Achtergrondconcentraties (jaargemiddelden) stijgen, piekconcentraties (P99,9-waarden) blijven stabiel:
- Het jaargemiddelde geeft een goed beeld van de ozonachtergrondconcentraties. Dit is het resultaat van het evenwicht tussen ozonafbraak en -vorming gedurende het hele jaar
- Het 99,9e-percentiel (P99,9) geeft een goede inschatting van de ozonpiekconcentraties. 0,1 % van alle uren in een jaar ofwel 9-uurgemiddelde concentraties liggen hoger dan deze waarde.
- Sterke variabiliteit tussen jaren hangt samen met de weersomstandigheden tijdens de zomermaanden.
- Stijgende achtergrondconcentraties zijn te wijten aan toename van de uitstoot van ozonvormende stoffen in de noordelijke hemisfeer (o.a. in China en India), ondanks de dalende uitstoot van ozonvormende stoffen in West-Europa.
- Een lichte afname van de duur en grootte van ozonpieken zien we vanaf 1990 dankzij maatregelen genomen in de Europese Unie sinds de jaren 1990 waardoor de uitstoot van ozonprecursoren afnam. De laatste 20 jaar is er echter nauwelijks nog een daling merkbaar in de grootte van de pieken.
- Klimaatopwarming en hogere frequentie van hittegolven doen de daling in piekconcentraties deels teniet, de eerste signalen hiervan zagen we in 2018-2020.
- De ozonconcentratie is het resultaat van een evenwicht tussen ozonvorming en -afbraak. Daarom zorgen maatregelen genomen in het verkeer in eerste instantie voor hogere achtergrondconcentraties van ozon omdat de bijhorende daling in NO-uitstoot leidt tot minder ozonafbraak.