De totale uitstoot van broeikasgassen in Vlaanderen daalde met 20,5% tussen 1990 en 2022. Hiermee haalt Vlaanderen de helft van de eigen klimaatdoelstellingen. Kanttekening hierbij is dat we de komende 7 jaar hetzelfde tempo moeten aanhouden om de 40% reductie te halen tegen 2030.
Tussen 2020 en 2022 zagen we een scherpe daling: het gevolg van de COVID-19 pandemie en de energiecrisis. Vraag is of we dat tempo kunnen aanhouden als je naar de verschillende sectoren en hun uitstoot kijkt.
Meer dan de helft van de uitstoot is afkomstig van industrie en energie(productie). De verwarming van gebouwen heeft ook een grote impact op de uitstoot: in jaren met zachtere winters is die lager dan bij strengere winters. Positief is wel dat huishoudens meer energiebesparende maatregelen inzetten en overstappen naar hernieuwbare energiebronnen zoals zonneboilers en warmtepompen. Daardoor daalt de uitstoot van huishoudens met 39% sinds 2009. Ook de handels-en dienstensector doet inspanningen om het gebruik van fossiele energiebronnen en de bijhorende broeikasgasuitstoot terug te dringen. Het effect van die maatregelen laat toe om de economische groei in die sector op te vangen.
Het aandeel van transport in de Vlaamse uitstoot steeg van 16% in 1990, naar 20% in 2005 en zelfs naar 24% in 2022. In het verkeer zien we het effect van het stijgende aantal elektrische voertuigen en een dalend dieselverbruik door de verschuiving naar benzine en biobrandstoffen. Voor een blijvende kentering naar netto uitstootreductie blijft het afwachten hoe snel de impact van een verhoogde elektrificatie van het wagenpark zichtbaar zal zijn in de evolutie van de emissies.
De omvang van de veestapel in de landbouw heeft ook een belangrijk effect op de emissiebijdrage (6% van de broeikasgasuitstoot) maar zit in 2022 nog steeds op het niveau van 2005. Tot slot zien we dat emissies gerelateerd aan het storten van afval, de afvalverwerking (zonder energierecuperatie) en de afvalwaterbehandeling ook daalden tussen 2005 en 2022 (-40%).