De Demervallei rond Diest is van oudsher heel overstromingsgevoelig. Het gebied is laag gelegen en waterlopen moeten een lange weg afleggen voor in de Schelde vloeien. Om Diest beter te beschermen tegen overstromingen voer(d)en we heel wat werken uit.
Beheer waterlopen
Overstromingen
Deel online
Restauratie Grote Steunbeer biedt kansen voor omgeving
Het water dat nu door de Demer stroomt, komt niet van de Demer zelf, maar van de nabijgelegen Begijnebeek. Het waterpeil van de echte Demer stroomopwaarts van Diest ligt namelijk te laag. Met de restauratie van de Grote Steunbeer, een historische stuwconstructie op de omgelegde Demer ter hoogte van Saspoort, willen we het waterpeil verhogen en de rivier weer écht door de stad leiden. Bovendien zal de renovatie de natuur in de omgeving een boost geven en de waterveiligheid en de beleving verhogen.
De nieuwe stuw biedt bescherming tegen overstromingen, maakt vismigratie mogelijk en het stijgende grondwaterpeil geeft de natuur een boost.
De geplande moderne fiets- en wandelbrug en het hogere waterpeil van de Demer in Diest verbeteren de stadsbeleving.
Door de Grote Steunbeer kwaliteitsvol te restaureren, krijgt waardevol erfgoed een nieuwe functie en wordt het ook in de toekomst optimaal beheerd.
Naast de VMM zetten ook de stad Diest, het Agentschap voor Natuur en Bos, het Agentschap Onroerend Erfgoed, De Vlaamse Waterweg, de provincie Vlaams-Brabant en Aquafin hun schouders onder dit project. Hierdoor kan de VMM veel méér realiseren dan alleen een nieuwe stuw en biedt dit project een belangrijke meerwaarde voor mens en natuur.
De waterwerken om de Demer volledig door Diest te laten stromen, gebeuren op verschillende locaties in de stad en in meerdere fases. De werken starten aan de Grote Steunbeer aan Saspoort en duren drie à vier jaar afhankelijk van de weersomstandigheden.
Tijdelijke hinder
Om wateroverlast te voorkomen, moet de Demer tijdens alle werkzaamheden door de Grote Steunbeer kunnen blijven stromen. Daarom worden de waterwerken nauwkeurig gepland en stap voor stap uitgevoerd. Ook wordt de mobiliteitshinder zoveel mogelijk beperkt. Op dit moment is er een omleiding voor fietsers en voetgangers tussen Schaffen en Diest. Als alles vlot verloopt, gaat de nieuwe brug eind april 2025 open.
Met twee nieuwe klepstuwen en een centrale schuif wordt de vernieuwde stuwconstructie weer ‘stuurbaar’. Al naargelang de omstandigheden wordt er meer of minder water doorgelaten. Door het waterpeil te verhogen kan het Demerwater ook in droge maanden door de ‘nieuwe’ Demer in het stadscentrum stromen. Na een periode met veel regen kunnen de wachtbekkens sneller leeglopen om het hoofd te bieden aan een volgende waterpiek.
Dwars op de Oude Steunbeer staat een betonnen muur die destijds moest beletten dat het water ooit nog Diest zou kunnen instromen. Om de Demer opnieuw door Diest te leiden, moet de muur worden weggenomen. Aan de binnenkant van de Omer Vanaudenhovelaan komt een automatische schuifconstructie die het centrum van Diest zal beschermen tegen hoogwater op de Demer.
Het vroegere sluishuisje komt niet meer terug. Het bedieningsgebouw van de nieuwe constructie wordt in de wallen geïntegreerd, met erbovenop een uitkijkplatformvoorwandelaars en fietsers.
Vuilafleiders moeten ervoor zorgen dat zwerfvuil de installaties niet kan blokkeren en dat het afval niet door de stad stroomt.
Over de historische Grote Steunbeer werd jaren geleden een betonnen fietspad aangelegd. Die betonnen platen, die geen deel uitmaken van de oorspronkelijke constructie, worden weer weggenomen. Rond de gerestaureerde Grote Steunbeer komt een boogvormige ‘zwevende brug’ van 3,5 meter breed voor fietsers en voetgangers.
Begijnebeek en stadsvijvers (zones 2, 3 en 5)
Nu wordt de Demer in het centrum van Diest gevoed door de Begijnebeek, een zijloop die net stroomafwaarts van de Grote Steunbeer in de Demer uitmondt. Straks zal de Begijnebeek uitmonden in de omgelegde Demer via een nieuwe koker onder de Ring. Bij lage waterstanden blijft de beek door de stad stromen. Wordt er veel regen verwacht, dan gaat de inlaat van de Demer richting Diest dicht en wordt het beekwater naar de omgelegde Demer geleid. Op die manier zakt het waterpeil van de Demer in het stadscentrum en komt er ruimte vrij om regenwater te bufferen.
Ook de stadsvijvers rond Diest, ter hoogte van provinciedomein Halve Maan, worden via een nieuwe constructie met de Begijnebeek verbonden. Zo kunnen ze worden gebruikt als bijkomende waterbuffers.
Visdoorgang langs Zwarte Beek (zone 4)
Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) bestudeerde het zwemgedrag van de vissen nabij Diest en stelde vast dat de vissen momenteel niet voorbij de Grote Steunbeer geraken. Ze vinden ook moeilijk hun weg naar de Zwarte Beek, die 500 meter voor de historische stuwconstructie op de Demer aansluit. De meeste vissen volgen de sterkste stroming en gaan pas aan de Grote Steunbeer, waar ze niet meer verder kunnen, op zoek naar een doorgang.
Daarom gaan we vlak bij de huidige grote stuwconstructie een vlotte doorsteek creëren naar de Zwarte Beek. Via de Zwarte Beek kunnen de vissen dan Diest voorbijzwemmen. Voorbij de stad, aan de verdeelconstructie K31 tussen de Zwarte Beek en de Demer, maken we een kronkelende nevengeul, zodat de vissen weer de Demer in kunnen. De aanleg van de vispassages kadert in de Europese kaderrichtlijn Water, waarin de Demer de hoogste prioriteit heeft als knelpunt voor vismigratie dat weggewerkt moet worden. Door het waterpeil in de Demer op te stuwen, zal ook een vismigratieknelpunt op de Velpe vanzelf verdwijnen.
Stroomafwaarts van Diest naar Zichem (zone 6)
Het waterpeil van de Demer in Diest wordt nauwlettend in het oog gehouden. Om het waterbeheer verder te verbeteren, wil de VMM in de hele stad hetzelfde waterpeil aanhouden. Dat geldt ook voor de ‘oude’ Demer, het stuk van de rivier stroomafwaarts van de Zichemsepoort, waar nog geen werkzaamheden zijn gebeurd.
De verzande rivierbedding van de oude Demer wordt uitgebaggerd en een meter dieper gemaakt. Tegelijk komt er een bestuurbare stuwklep tussen de oude en de omgelegde Demer, ter hoogte van de rioolwaterzuiveringsinstallatie van Aquafin. Die klep moet toelaten om het waterpeil in Diest te verlagen of te verhogen, al naargelang er meer of minder nood is aan ruimte om regenwater op te vangen. De nieuwe klepconstructie wordt 3 meter breed en 2,5 meter hoog.
Vernattingsmaatregelen Webbekomsbroek (zone 7)
De restauratie van de Grote Steunbeer zal het waterpeil opnieuw verhogen tot het niveau van 1960. De opstuwing van het water zal ervoor zorgen dat ook het grondwaterpeil in de stroomopwaartse vallei zal stijgen en dat het Webbekomsbroek opnieuw natter wordt. Die hogere grondwaterstanden zijn nodig om de natuurdoelen in het gebied – meer moerasvegetatie en natte graslanden – te realiseren. Het doel is om een groter en beter leefgebied te creëren voor onder meer zeldzame moerasvogels. Behalve een peilverhoging op de Demer voert de VMM nog bijkomende vernattingsmaatregelen uit om de stijging van het grondwaterpeil extra te boosten. Zo wordt het peil van de Grote Leigracht, die de laagst gelegen zones van het Webbekomsbroek ontwatert, verhoogd. Over een lengte van bijna 2 km wordt een plasberm langs de oever aangelegd waarin moerassoorten zich thuis voelen. Ook het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB), dat het gebied beheert, voert tal van inrichtingswerken uit om de natte natuur in het Webbekomsbroek te herstellen.
De nieuwe ‘wetlands’ of natte natuurgebieden die door de verhoging van het grondwater ontstaan, kunnen een belangrijke rol spelen in de strijd tegen de klimaatverandering. Wetlands zuigen regenwater op als een spons en geven het maar mondjesmaat weer af. Daardoor zijn ze een bondgenoot in de strijd tegen zowel wateroverlast als verdroging.