De veeteelt is voor 91 % verantwoordelijk voor de ammoniakuitstoot bij de landbouw. Het overige deel ligt aan het gebruik van kunstmest en de verwerking van dierlijke mest. Ammoniakuitstoot door de veeteelt kan plaatsvinden:
in de stal (inclusief mestopslag in de mestkelder).tijdens het extern opslaan van de mest.tijdens het grazen.na mestaanwending op het land.Hierbij kunnen we vaststellen dat:
- Stalemissies dragen het meest bij tot de ammoniakuitstoot door de veeteelt.
- Ammoniakuitstoot door het gebruik van kunstmest is sterk afhankelijk van het type kunstmest dat wordt gebruikt: het vervluchtigingspercentage is het grootst bij vloeibare meststoffen. Mestkorrels geven het minst snel aanleiding tot emissies.
- Ammoniakuitstoot door mestverwerking is sterk afhankelijk van de gehanteerde techniek. Biologische mestverwerking, de meest toegepaste techniek, heeft een lage emissiecoëfficiënt. Compostering heeft een hoge emissiecoëfficiënt en is hierdoor de grootste emissiebron.
Varkens en runderen nemen het grootste deel van de uitstoot voor hun rekening.