2024: opnieuw gunstig jaar voor luchtkwaliteit, uitdagingen blijven

De lucht in Vlaanderen was in 2024 opnieuw relatief schoon. De luchtkwaliteit is de laatste jaren aanzienlijk verbeterd, maar de impact op gezondheid, natuur en landbouw blijft groot. Ontdek de trends, hotspots en uitdagingen voor de komende jaren.

Luchtkwaliteit

Deel online

facebookLinkedInTwitter

Weer en dalende uitstoot zorgen voor lage luchtvervuiling

De luchtkwaliteit in Vlaanderen was in 2024 voor veel vervuilende stoffen vergelijkbaar met het relatief gunstige jaar 2023. Dit is vooral te danken aan het uitzonderlijk natte weer en de milde winter, samen met de dalende uitstoot van verschillende stoffen. De luchtkwaliteit is de laatste jaren al aanzienlijk verbeterd. Toch blijft luchtvervuiling, ook bij lagere concentraties, een impact hebben op onze gezondheid, natuur en landbouw.

Op basis van deze metingen blijkt dat de huidige Europese regelgeving op veel plaatsen in Vlaanderen gerespecteerd wordt. Dit geldt niet voor ozon waarvoor de langetermijndoelstellingen overal overschreden worden. Ook voor arseen meten we nog te hoge concentraties in Hoboken. Daarnaast overschrijdt ammoniak het geadviseerde kritieke niveau voor de vegetatie op bijna de helft van de meetplaatsen.

Samenwerking met betrokken actoren

Naast het monitoren van de algemene luchtkwaliteit voert de VMM ook gerichte metingen uit in gebieden waar specifieke stoffen een probleem vormen. Het gaat hierbij onder andere om zware metalen, PAK’s, PFAS, dioxines en PCB’s, vluchtige organische stoffen, ultra fijn stof, ... Om deze lokale problematieken aan te pakken, werkt de VMM nauw samen met lokale overheden, sectorfederaties en bedrijven. In eerste instantie wordt er samengewerkt om de problematiek in kaart te brengen. Op basis van de meetresultaten worden vervolgens, in samenwerking met alle betrokken actoren, doeltreffende maatregelen uitgewerkt om de situatie aan te pakken en de luchtkwaliteit te verbeteren.

Gezondheid, landbouw en natuur: impact blijft groot

Fijn stof (PM2,5), stikstofdioxide en ozon zijn de stoffen met de grootste gezondheidsimpact in Vlaanderen. In 2024 waren er naar schatting 2.700 vroegtijdige sterfgevallen door fijn stof, 1.600 vroegtijdige sterfgevallen door ozon, 800 vroegtijdige sterfgevallen door stikstofdioxide (cijfers op basis van methodologie IRCEL, toegepast op de meetgegevens van 2024). Deze cijfers mogen niet zomaar opgeteld worden, omdat er overlap is tussen de effecten van verschillende stoffen. Volgens modelberekeningen worden alle Vlamingen blootgesteld aan te veel fijn stof en ozon, en 90% aan te veel stikstofdioxide. Vooral in steden, industriële gebieden en langs drukke wegen zijn de concentraties stikstofdioxide het hoogst.

De Vlaamse overheid wil met het Luchtbeleidsplan tegen 2030 de gezondheidsimpact halveren en tegen 2050 voldoen aan de advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie. Gebiedsgerichte actieplannen moeten lokaal de luchtkwaliteit verbeteren.

Ook landbouw en natuur ondervinden hinder van luchtvervuiling. Door te veel ozon brengen gewassen minder op en groeien bossen trager. Verzuring en vermesting schaden de natuurlijke vegetatie. In 2024 kreeg 80% van de akkergronden en álle loofbossen een te hoge ozondosis. De stikstofdepositie was te hoog voor 68% van de natuur, vooral door ammoniakuitstoot uit de veeteelt en stikstofdioxide uit verkeer. Bij naaldbossen en heidegebieden was de stikstofdepositie óveral te hoog.

Strengere normen vanaf 2030

Op 20 november 2024 werd een nieuwe Europese luchtkwaliteitsrichtlijn gepubliceerd met strengere regelgevingsgrenswaarden, te behalen tegen 2030. De normen voor fijn stof, stikstofdioxide en zware metalen worden daardoor strenger. Worden deze toekomstige grenswaarden overschreden vanaf 2026, dan moeten “routekaarten” opgesteld worden om tegen 2030 aan de normen te voldoen. De EU-lidstaten moeten de richtlijn naar eigen wetgeving omzetten tegen eind 2026.

Blijf je graag op de hoogte?

We maken maandelijks voor jou een selectie van de belangrijkste nieuwsberichten op maat van de milieuprofessional.

Schrijf je in op de nieuwsbrief