Beter gewapend tegen droogte
De voorbije dagen viel de langverwachte regen, na een tot nog toe hete en droge maand juni. Deze neerslag neemt de kans op langere droge periodes niet weg. We volgen de situatie op de voet en zetten op een rijtje welke maatregelen (kunnen) genomen worden. Hoe staan we ervoor en wat leren we van de voorbije jaren? We legden deze en andere vragen voor aan de VMM-expert droogte, Sofie Herman.
Hoe is de situatie momenteel?
Het heeft van half mei tot 20 juni weinig of niet geregend. Dat zien we aan de onbevaarbare waterlopen. Heel wat peilen en debieten staan laag. Waterbeheerders proberen zoveel mogelijk het nog beschikbare water vast te houden. Waar de peilen en debieten onder bepaalde drempels komen zijn er tijdelijke onttrekkingsverboden ingesteld. De Vlaamse Waterweg nv, de beheerder van de bevaarbare waterlopen, nam ook al enkele preventieve maatregelen, zoals het stilleggen van de waterkrachtcentrales aan een aantal sluizen op het Albertkanaal en het gedeeltelijk dichtzetten van watervangen op het Albertkanaal en Kempische kanalen zodat er minder water verloren gaat. De grondwaterstanden nemen nu ook zienderogen af, ondanks de goede uitgangspositie na de natte maanden maart en april. We zagen in juni ook een hoge piek in het kraanwaterverbruik door het warme, droge weer. Waarschijnlijk omdat veel mensen zwembadjes vullen en tuinen besproeien, of al eens een douche meer nemen.
Wat leren we van de vorige jaren?
Er is een draaiboek coördinatie waterschaarste en droogte waarin beschreven wordt hoe we omgaan met een droogteperiode: hoe we de toestand opvolgen aan de hand van indicatoren, welke maatregelen aangewezen zijn om te nemen, wie ze neemt en wie ze communiceert. Na elke droogteperiode evalueren we de aanpak en formuleren we verbetervoorstellen waarmee we aan de slag gaan. Sinds 2017 hebben we de werking al flink bijgestuurd en op punt gezet.
In 2020-2021 ontwikkelden we bijvoorbeeld het afwegingskader droogte (voluit: reactief afwegingskader voor prioritair watergebruik tijdens waterschaarste). Met dat ondersteunend instrument kunnen beslissingsnemers (gouverneurs en ministers) en de hele adviesstructuur eronder weloverwogen beslissen welke droogtemaatregelen ze het best nemen. Bij elke droogtemaatregel is beschreven hoe deze het watertekort en de droogteschade beperkt kan houden en wat de kost ervan is. Die kosten-batenanalyse geeft een beter zicht op de maatregelen en welke prioriteit en volgorde ze best krijgen. Momenteel loopt er ook een vervolgtraject om dit instrument verder uit te diepen en om ervoor te zorgen dat de gegevens in real time aanwezig zijn. Er wordt op dit moment een studie uitgevoerd om de onrechtstreekse gevolgen van bepaalde droogtemaatregelen voor landbouw en industrie beter in kaart te brengen.
Uit de evaluaties blijkt ook dat communicatie een belangrijke schakel is in de aanpak van droogte. We werken daarom een communicatiestrategie rond waterschaarste en droogte uit voor organisaties die een draagvlak kunnen creëren en willen communiceren over droogtemaatregelen. We willen beroepsorganisaties, lokale overheden, sociaal-maatschappelijke organisaties en verenigingen instrumenten aanreiken zodat ze doelgericht kunnen communiceren naar hun leden/bedrijven/burgers.
Welke preventieve maatregelen zijn er?
De belangrijkste preventieve maatregelen zijn de structurele maatregelen die ervoor zorgen dat we op termijn onze waterbeschikbaarheid vergroten en inzetten op duurzaam en circulair watergebruik. Zo proberen we de kans op waterschaarste zoveel mogelijk te beperken. Daarom is er de Blue Deal: denk maar aan de werken voor meer natte natuur en groenblauwe infrastructuur die de VMM uitvoert aan de onbevaarbare waterlopen, maar er zijn ook de Proeftuinen Droogte en de oproep Circulair Water (initiatieven die water besparen en recupereren). En we doen dit niet alleen. Heel wat overheden, bedrijven en sectororganisaties zetten hun schouders onder de Blue Deal. Denk maar aan het Vlaams Kampioenschap Tegelwippen, één van de vele initiatieven …
Door wetgeving aan te passen, sturen we ook aan op structurele veranderingen. Zo treedt in oktober de nieuwe gewestelijke hemelwaterverordening in werking waardoor er grotere regenwaterputten zullen komen bij nieuwbouw, verbouwing en uitbreiding van gebouwen.
Weersafhankelijkheid afbouwen vraagt structurele, aanhoudende inspanningen, daarom is de Blue Deal ook zo belangrijk. Met het Blue Deal-decreet dat er aan komt, zal de aandacht voor waterschaarste ook bestendigd worden bij de volgende regering.
Welke andere maatregelen zijn er?
Als er waterschaarste dreigt, dan moeten we overschakelen op reactieve maatregelen die op korte termijn een direct effect hebben op de waterbeschikbaarheid en zo de schadelijke gevolgen van de waterschaarste kunnen beperken. De lijst van maatregelen is eerder beperkt. De maatregelen volgen elkaar stelselmatig op met een toenemende maatschappelijke impact.
Droogte laat zich meestal het eerst voelen in de kleinere waterlopen. Waterbeheerders stellen daarom hogere peilen in om zo het beschikbare water beter vast te houden. Bij te lage peilen in de onbevaarbare waterlopen vaardigt de gouverneur een onttrekkingsverbod uit om kwetsbare natuur te beschermen. Land- en tuinbouwers kunnen dan geen water meer onttrekken uit deze waterlopen om hun gewassen te besproeien. Op de bevaarbare waterlopen wordt water teruggepompt aan sluizen en volgen er beperkingen voor de pleziervaart.
Als de waterschaarste toeneemt, breidt het onttrekkingsverbod voor de onbevaarbare waterlopen zich verder uit en volgen er bijkomende beperkingen op de bevaarbare waterwegen zoals het gegroepeerd schutten van vaartuigen aan sluizen en diepgangbeperkingen.
De droogte kan ook leiden tot problemen met de waterkwaliteit zoals een toenemende verzilting of de aanwezigheid van blauwalgen. Ook dan moeten we maatregelen nemen. Veelal is dit ook een onttrekkingsverbod of worden er beperkingen aan recreatie opgelegd.
Op het ogenblik dat ook de bevoorrading van kraanwater in het gedrang zou komen, volgen er gebruiksbeperkingen voor niet essentiële toepassingen zoals het sproeien van een gazon, het (bij)vullen van zwembaden, enz., In het slechtste scenario zouden er mogelijk ook captatieverboden kunnen komen voor de industrie langs bijvoorbeeld het Albertkanaal of het kanaal Gent-Terneuzen en zijn er strenge beperkingen voor kraanwater mogelijk. Gelukkig is het nog nooit zover moeten komen.
Wat gebeurt er als het echt droog is?
De Adviesgroep Droogte, waar ook de VMM deel van uitmaakt, volgt de indicatoren waterschaarste en droogte op de voet. Ze houdt bijvoorbeeld de debieten en peilen van oppervlaktewater en de grondwaterstanden in de gaten en bekijkt de neerslagvoorspellingen. De VMM houdt ook bij hoe groot het kraanwaterverbruik is (en de druk op de bronnen van kraanwater) in de indicator “drinkwaterbevoorrading”. Deze indicatoren worden frequenter geüpdatet naargelang de droogtesituatie. Op basis van de indicatoren en het reactief afwegingskader waterschaarste stelt een team van experten aan de Adviesgroep Droogte maatregelen voor die verder worden besproken binnen de overlegorganen.
Naargelang de ernst van de droogte- en waterschaarstetoestand, de geografische verspreiding van de problemen en de van kracht zijnde maatregelen onderscheiden we vier beheerniveaus: groen, geel, oranje en rood en zijn andere overlegorganen actief. Op provinciaal niveau is het provinciaal droogteoverleg actief. Op Vlaams niveau is er de droogtecommissie. Beide comités formuleren adviezen. Uiteindelijk zijn het de bevoegde instanties die gevolg geven aan het advies en de maatregelen uitvaardigen: dat zijn voornamelijk de waterbeheerders, provinciegouverneurs en ministers.
- Bij code groen stellen zich geen onmiddellijke problemen rond droogte en zijn er geen reactieve maatregelen nodig.
- Bij code geel is de problematiek lokaal . Het provinciaal droogteoverleg onder leiding van de gouverneur wisselt informatie uit en zet aan tot gebiedsgerichte maatregelen, bv een onttrekkingsverbod uit onbevaarbare waterlopen.
- Bij code oranje is een overkoepelende aanpak voor Vlaanderen nodig en treedt de Droogtecommissie in actie. Ze coördineert de maatregelen en maakt afspraken rond de communicatie.
- Bij code rood neemt de provinciale of federale crisiscel de coördinatie over.
Uiteindelijk zijn het de bevoegde instanties, voornamelijk de waterbeheerders, provinciegouverneurs en ministers die gevolg geven aan het advies en de maatregelen uitvaardigen.
Wat kunnen we concreet doen om waterschaarste te vermijden?
Elke sector kan zijn steentje bijdragen. Er zijn verschillende tips. Heb je een bedrijf dan kan je je productieproces zo zuinig mogelijk maken, verharde oppervlaktes ontharden, hemelwater opvangen, recupereren en integreren in het productieproces of het ter beschikking stellen van anderen. Ben je een landbouwer dan kan je bijvoorbeeld kiezen voor peilgestuurde drainage of droogtebestendigere teelten die beter aangepast zijn aan het klimaat van vandaag. Als lokale overheid kan je je inwoners informeren over droogte en tips en premies (bv. regenwaterput) of korting (bv. groepsaankoop bomen) aanbieden. Als burger kan je een hemelwaterput aanleggen, nagaan of regenwater kan afwateren in de tuin in plaats van het af te voeren via de riolering, ontharden, bij droogte geen zwembad vullen of de tuin besproeien, struiken en bomen planten …
Op onze website verzamelen we verschillende tips om zelf spaarzaam met water om te springen. Want dat blijft het motto dat op elk moment van het jaar van tel is.