Er bestaan verschillende types overstromingen:
- Fluviale overstromingen vanuit waterlopen. Waterlopen treden buiten hun oevers, vaak na langdurig aanhoudende regenval tijdens de winter.
- Kustoverstromingen of overstromingen vanuit zee, tijdens springtij/storm.
- Pluviale overstromingen. Door afvloeiing van regenwater over land en/of wanneer regenwaterstelsels de wateraanvoer niet afgevoerd krijgen tijdens hevige regenval. Treedt vooral op tijdens korte maar erg hevige zomeronweders.
Na analyse van het overstromingsgevaar in Vlaanderen bij het huidige klimaat concluderen we:
- Voor het overstroombaar gebied:
- 12,6% van Vlaanderen ligt in overstroombaar gebied met kleine kans (= jaarlijkse kans van 1 op 1000).
- 8,2% ligt in overstroombaar gebied met middelgrote kans (jaarlijkse kans van 1 op 100).
- 5,0% ligt in overstroombaar gebied met grote kans (jaarlijkse kans van 1 op 10).
- Pluviale overstromingen komen het meest voor.
- Voor de overstromingsdieptes:
- De fluviale overstromingsdieptes met grote kans liggen meestal tussen 25 en 50 cm. In een aantal specifieke gebieden, zoals waar verschillende waterlopen samenkomen of nabij vernauwingen, kan de waterdiepte oplopen tot 1 m. Bij overstromingen met middelgrote kans stijgt de waterdiepte op de meeste plaatsen met 10 à 30 cm. Bij overstromingen met kleine kans komt daar nog eens 10 à 50 centimeter bovenop met uitschieters tot 1 m en meer.
- Bij pluviale overstromingen zijn de overstromingsdieptes beperkt tot 25 cm in opwaartse gebieden. In de meer afwaartse gebieden loopt dit op tot 25 à 50 cm met uitschieters tot 1 meter en soms meer in de valleigebieden, vergelijkbaar met de fluviale kaarten. Bij pluviale overstromingen met middelgrote kans nemen de waterdieptes in de opwaartse gebieden toe met 5 à 10 cm. Bij overstromingen met kleine kans komt daar nog eens 5 à 10 cm bovenop. In de lagergelegen valleigebieden zijn de stijgingen bij de verschillende kansscenario’s groter, vergelijkbaar met de fluviale scenario’s.
- Overstromingen met middelgrote kans aan de kust hebben meteen aanzienlijke overstromingsdieptes tot meer dan 2 meter. Bij overstromingen met kleine kans vanuit zee stijgt de waterdiepte met 15 à 50 cm en soms meer. Er wordt ook veel gebied bijkomend onder water gezet met waterdieptes tot meer dan 2 meter.
Uit de analyse van de overstromingsrisico’s in Vlaanderen bij het huidige klimaat concluderen we:
- Voor het aantal potentieel getroffen inwoners:
- In Vlaanderen kunnen woningen van bijna 550 000 mensen met overstromingen geconfronteerd worden (jaarlijks een kans van 1 op 1000). Meer dan 250 000 mensen wonen in het overstroombaar gebied van middelgrote kans (1 op 100) en meer dan 67 000 in het overstroombaar gebied met grote kans (1 op 10).
- Het overgrote deel van deze potentieel getroffen inwoners is alleen blootgesteld aan overstromingen als gevolg van intense neerslag (pluviale overstromingen). Bijna 70 % is blootgesteld aan overstromingen met kleine kans, meer dan 90 % aan overstromingen met grote kans.
Overstroombaar gebied, bedreigde gebouwen en kwetsbare instellingen door fluviale, pluviale en kustoverstromingen met kleine kans, bij huidig klimaat
Bron: VMM, Klimaatportaal
- Voor het landgebruik in het overstroombaar gebied:
- Bij fluviale overstromingen met grote kans is de helft weiland, een kwart is natuur en zowat 12% is akkerland. Residentieel en industrieel gebied samen beslaan iets meer dan 2%. Bij overstromingen met middelgrote en kleine kans nemen de aandelen van weiland en natuur af en nemen de aandelen van de meer schadegevoelige landgebruiken (residentieel en industrieel gebied, infrastructuur, recreatie en akkerland) toe tot bijna een derde. In een Vlaamse gemeente bedragen de percentages gebouwen en kwetsbare instellingen met overstroming bij een fluviale overstroming met kleine kans gemiddeld 0,7 respectievelijk 1%.
- Bij pluviale overstromingen liggen de aandelen van de meer schadegevoelige landgebruiken hoger, tot meer dan 40% bij overstromingen met kleine kans. Een aanzienlijk groter aandeel van residentieel (15%) en industrieel (6%) gebied valt hierbij op. In een Vlaamse gemeente zijn de percentages gebouwen en kwetsbare instellingen met wateroverlast bij een pluviale overstroming met kleine kans gemiddeld respectievelijk 4,5% en 6,5%.
- Bij kustoverstromingen met middelgrote kans is meer dan 15% van het overstroombaar gebied residentieel of industrieel gebied. Het grootste aandeel overstroombaar gebied bij overstromingen uit zee is akkerland, tot zelfs bijna 50% bij het scenario met kleine kans. In de kust- en poldergemeenten bedragen de percentages overstroombare gebouwen en kwetsbare instellingen door een 1000-jarige stormvloed gemiddeld respectievelijk 19,6% en 18,9%.