Freatische grondwaterlagen
Freatische grondwaterlagen zijn niet afgesloten door een (quasi) ondoordringbare laag. De grondwaterstanden reageren er dus vrij snel op de weersomstandigheden. De freatische grondwaterstanden vertonen op korte termijn (2017-2023) opvallend veel statistisch significante stijgingen per meetplaats. Aan het begin van die periode waren er dan ook vooral erg droge en warme jaren, terwijl dat naar het einde van die periode veel minder het geval was. Op langere termijn (2000-2023) zijn er dan weer opvallend veel dalingen. Dat heeft te maken met relatief hoge grondwaterstanden begin jaren 2000 en de lage grondwaterstanden van 2017-2020 en 2022 (zie ook derde figuur).
De effecten van de opeenvolgende droogteperiodes in de periode 2017-2020 en in 2022 zijn dus duidelijk zichtbaar in de resultaten van de trendanalyse op lange termijn. De aanvulling van het freatische grondwater is vooral afhankelijk van neerslag en verdamping. In Vlaanderen regent het jaarrond ongeveer evenveel, maar de verdamping vindt voornamelijk plaats in de zomer. Daarom gebeurt de aanvulling van het grondwater vooral in de winter. De winterneerslag vertoont sinds de jaren 70 een stijging maar in de periode 2000-2023 was er geen duidelijke toename. Het is dan ook vooral de algemene toename van de temperaturen en daarmee ook van de verdamping die het grote percentage dalende, freatische grondwaterstanden in de periode 2000-2023 verklaart. De monitoring van de freatische grondwaterstanden laat bijgevolg ook toe om de effecten van klimaatverandering op te volgen.
De derde figuur geeft de absolute toestand van de freatische grondwaterstanden per dag. Door te vergelijken met alle dagelijkse peilen van de referentieperiode wordt aangegeven of het freatische grondwater historisch hoog of laag staat. Het klassieke, jaarlijkse patroon met lage grondwaterstanden in de zomer en hoge grondwaterstanden in de winter komt duidelijk naar voor. Verder valt ook af te lezen dat:
- er veel (zeer) hoge grondwaterstanden waren in het begin van de jaren 2000;
- de periode 2017-2020 en 2022 gekenmerkt werd door veel (zeer) lage grondwaterstanden;
- er in het erg natte 2024 opvallend veel hoge en zeer hoge grondwaterstanden waren.
Ook hier blijkt dus het verband met de neerslag en de verdamping die samen bepalend zijn voor de voeding van het freatische grondwater.
Afgesloten grondwaterlagen
Bij de meetfilters in de afgesloten grondwaterlagen zijn dalende trends vooral het gevolg van grondwaterwinningen die lokaal nog te groot zijn.
Maar er zijn ook veel meetfilters in afgesloten grondwaterlagen met stijgende trends. Die zijn waarschijnlijk het gevolg van lokale of regionale maatregelen om de afbouw van grondwaterwinningen te stimuleren.