In 2018 is de aanwezigheid van concentraties van arseen en nikkel in het grondwater het vaakst problematisch:
- Arseen: 3,4 % van de meetplaatsen scoort matig of ontoereikend met de hoogste concentraties in de Kempen en de kuststreek (hier zijn er overwegend hoge natuurlijke achtergrondniveaus),
- Nikkel: 6,7 % van de meetlocaties scoort matig of ontoereikend, het merendeel van de locaties bevindt zich in de regio van de Kempen en West-Vlaamse Zuidelijke Heuvelrug. Mogelijke oorzaak zijn de (historische) metallurgische activiteiten, mijnbouw en de oplossing van nikkelhoudende mineralen zoals pyriet. Op deze plaatsen is het grondwater redelijke zuur, waarbij nikkel mobieler is.
Andere metalen zoals lood, kwik, zink, cadmium, koper en chroom vormen veel minder of geen probleem in grondwater.
De Europese kaderrichtlijn Water vraagt onder meer een bepaling van de kwalitatieve toestand van het grondwater. Daarbij hoort ook een uitgebreide analyse van de zware metalen.
- Twee (van de 42) grondwaterlichamen blijken zich in een ontoereikende toestand te bevinden voor nikkel. Beide zijn freatische waterlichamen gelegen in het Maassysteem.
- Een grondwaterlichaam, een gespannen lichaam in het Sokkelsysteem (diepe watervoerende lagen van vooral Oost en West-Vlaanderen), scoort ontoereikend voor arseen.
- Voor de andere geëvalueerde zware metalen bevindt zich geen grondwaterlichaam in de ontoereikende toestand, al kunnen er soms wel lokale problemen zijn.