Vanaf 2024 gelden volgende jaardrempels:
Meetplaats in industriegebied gelegen ten NO1 van bedrijf2 | Meetplaats in industriegebied gelegen in andere windrichting1 van bedrijf2 | Jaardrempel (pg TEQWGO2022/(m².dag)) | Meetplaatsen die de doelstelling halen in 2024 |
---|
0 m - 50 m | 0 m - 20 m | 40 | ✅ 2/2 |
> 50 m - 150 m | > 20 m - 65 m | 16 | ✅ 1/1 |
> 150 m - 300 m | > 65 m - 100 m | 8 | ✅ 2/2 |
Meetplaats op andere locaties dan industriegebied | | 6,3* | ❌ 6/8 nabij schrootbedrijven ❌ 3/5 andere locaties |
1 Noord-Oost: [355° : 85°[ - Andere windrichtingen: [85° : 355°[
2 De jaardrempels voor industriegebieden zijn specifiek afgeleid voor meetlocaties nabij schrootbedrijven met een GPBV-shredderinstallatie. Doordat hier geen link is met de voedselketen, zijn de jaardrempels van meetlocaties in industriegebieden hoger dan van locaties in andere gebieden.
* Daalt naar 4,3 pg TEQWGO2022/(m².dag) in 2030.
Deze jaardrempels zijn een maatregel uit het ‘Actieplan Dioxines/PCB’s’. Uit de herziening van de VMM-drempelwaarden bleek dat de achtergrondblootstelling in Vlaanderen reeds zorgt voor een overschrijding van de nieuwe gezondheidskundige advieswaarde* van 2 pg TEQWGO2005/(kg lichaamsgewicht.week): er kan geen veilige drempelwaarde voor depositie afgeleid worden. Daarom kiezen we ervoor om zo laag mogelijke haalbare drempelwaarden in te voeren, én ernaast beleid te voeren om de achtergrondblootstelling in Vlaanderen te doen dalen.
De jaardrempels zijn niet opgenomen in VLAREM. Ze gelden voor de som van 17 dioxines en 12 dioxineachtige PCB’s en worden uitgedrukt met behulp van de toxische equivalentiefactoren (TEF) van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) uit 2022. Wanneer de depositiewaarde van een individueel dioxine of PCB beneden de detectielimiet ligt, moet je deze polluent voor de somberekening meetellen als de helft van de detectielimiet (‘mediumgrens’).
* Gebaseerd op het advies van het Europese Voedselagentschap uit 2018.