Hitteslachtoffers

Toestand, grafieken en evolutie doorheen de jaren

Klimaat
Hitte

Deel online

facebookLinkedInTwitter

Intro

De relatie tussen temperatuur en sterfte is U-vormig: de mortaliteit neemt toe bij temperaturen die ver boven of onder de optimale temperatuur liggen. Dat optimum is trouwens locatiespecifiek: de bevolking van Zuid-Europese landen is beter bestand tegen hoge temperaturen dan inwoners van onze regio.

Hogere temperaturen verhogen vooral de sterfte bij bejaarden, bij mensen met hart- en vaatziekten en ademhalingsproblemen, en bij kinderen jonger dan 4 jaar. De impact van hitteperiodes is vaak minder zichtbaar dan de schade door bijvoorbeeld overstromingen of orkanen. Nochtans blijkt de blootstelling aan hitte toch beduidend meer slachtoffers te maken: vergelijk bijvoorbeeld de 1 500 slachtoffers van orkaan Katrina van 2005 in de VS met de ruim 70 000 slachtoffers van de Europese hittegolf in de zomer van 2003.

Deze indicator gaat daarom na tot welke oversterfte hittegolven leiden in België, en is gebaseerd op analyses uitgevoerd door Sciensano. Oversterfte wordt hierbij uitgedrukt zowel in absolute aantallen als procentueel, en betreft de extra sterfgevallen die worden geobserveerd ten opzichte van het verwachte aantal sterfgevallen in de zomerperiode (afgeleid uit de waarnemingen in de vijf voorgaande jaren). Het begrip 'hittegolf' wordt bij deze indicator gedefinieerd als een periode van minstens vijf dagen waarin de maximale dagtemperatuur te Ukkel 25 °C of meer bedraagt (zomerdagen), en waarin bovendien minstens drie dagen lang de temperatuur boven de 30 °C stijgt (tropische dagen).

Ook andere gezondheidseffecten van hittegolven komen kort aan bod.