CLANCY: beheer van uitheemse invasieve Chinese wolhandkrabben
CLANCY: wat en waarom?
Sinds 1900 komt de Chinese wolhandkrab ook in onze contreien voor, namelijk in de Noordzee en de Baltische Zee. De laatste jaren is de populatie exponentieel beginnen toenemen, met aantallen die tot in de miljoenen geschat worden en waarvan het hoogtepunt nog niet in zicht is.
De Vlaamse Milieumaatschappij installeerde in 2018 al een krabbensleuf in Grobbendonk om jonge wolhandkrabben te vangen en hun toenemende aantallen in onze waters in te perken. De verspreiding van de soort beperkt zich echter niet alleen tot onze Noordzee en Vlaamse rivieren. Dat vormt de aanleiding voor het Europese project CLANCY, dat focust op een grensoverschrijdende samenwerking voor de bestrijding en indamming van de Chinese wolhandkrab.
Het project is een samenwerking tussen Belgische, Duitse, Franse en Zweedse partners en loopt tot 2028. De doelstellingen omvatten een uitgebreide inventaris, het opzetten van een databank, het in kaart brengen van de genetische oorsprong van de Chinese wolhandkrab en de samenwerking tussen de milieu-instanties van de landen.
Doelstellingen
Inventaris en opzetten databank
De verschillende landen zullen de beschikbare gegevens over de krabbenpopulaties, hun verspreiding en hun impact op zoetwaterecosystemen delen en verzamelen in een nieuwe gedeelde gegevensdatabank.
Opzetten van krabbensleuf
De landen zullen de Chinese wolhandkrabben monitoren en beheren dankzij het gebruik van vallen. Het ontwerp van de val is gebaseerd op het ontwerp van de val die de VMM in 2018 plaatste in Grobbendonk, maar wordt aangepast aan de plaatselijke omstandigheden (zoals rivier- of kreekbreedte, populatiestatus, hydrologie, ...). De valopstelling maakt zowel populatiebeheer als monitoring mogelijk. De vallen zullen worden opgezet op knelpuntlocaties op de migratieroutes van de Chinese wolhandkrab om een optimale vangst te bekomen. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan het vermijden van bijvangst van andere ongewervelde soorten.
Ook zal er ecologische monitoring plaatsvinden in referentiegebieden zonder vallen. Op die manier kan de impact van de maatregel op de habitatkwaliteit (bv. water- en wetlandsvegetatie, biodiversiteit, sedimentstabiliteit en rivierhydrologie) opgevolgd worden.
Genetische analyse
Door genetische analyses uit te voeren op de gevangen krabben, zal er een grondige beoordeling gemaakt kunnen worden van de grensoverschrijdende verspreiding en connectiviteit van de populatie.
Grensoverschrijdend beheer
Op basis van de resultaten van het project zullen draaiboeken voor grensoverschrijdend beheer van invasieve soorten opgemaakt worden. Daarbij wordt een co-creatieve aanpak gevolgd, waarbij lokale belanghebbenden betrokken worden zodat de routekaarten en analyses rechtstreeks door de belangrijkste gebruikers kunnen worden toegepast. CLANCY draagt op die manier bij aan het beheer van gecoördineerd grensoverschrijdend soortenbeheer, aangepast aan de lokale en regionale behoeften en omstandigheden.
Rol van de VMM
De VMM is lead partner en zal een geüpdatete versie van de huidige val in Grobbendonk bouwen. De invasieve krabben worden daarin gevangen, waarna stalen aan de Universiteit van Antwerpen worden bezorgd, als onderdeel van genetisch onderzoek.
- België
- Vlaamse Milieumaatschappij
- Provincie Oost-Vlaanderen
- Universiteit Antwerpen
- Duitsland
- Alfred Wegener-Institut, Helmholtz-Zentrum für Polar- und Meeresforschung
- Technische Universität Dresden
- Frankrijk
- Groupe d'Etude des Milieux Estuariens et Littoraux
- Cellule du Suivi du Littoral Normand
- Zweden
- Högskolan i Skövde Sverige