Uitstoot milieuverontreinigende gassen tankschepen wordt beperkt
Sinds 1 oktober 2024 is er een nieuwe internationale wetgeving van kracht in België, Nederland, Luxemburg, Duitsland, Frankrijk en Zwitserland. Die beperkt in sterke mate de uitstoot van milieuverontreinigende gassen naar de lucht vanuit binnenvaart tankschepen.
Sinds 1 november 2009 is het verdrag rond de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart (CDNI) van kracht in België, Duitsland, Nederland, Frankrijk, Zwitserland en Luxenburg. De binnenvaart is een milieuvriendelijke vervoerswijze, maar dat bij de exploitatie en het gebruik van binnenschepen afvalstoffen ontstaan, is onvermijdelijk. Het CDNI bepaalt de wetgeving om scheepsbedrijfsafval gericht te voorkomen en adequaat te verzamelen. Het verdrag werd onlangs uitgebreid met regels die moeten voorkomen dat restgassen uit de ladingtanks van tankschepen vrijkomen in de lucht. Lost een tankschip haar lading, dan moet de tank vaak volledig proper en gasvrij gemaakt worden vooraleer het een nieuwe lading kan innemen. Die gassen werden tot recent vaak in de omgevingslucht uitgestoten.
Gefaseerde aanpak
Sinds 1 oktober 2024 is fase één van de uitbreiding van het verdrag van kracht. Tankschepen die varen op binnenwateren mogen een eerste reeks van schadelijke gassen niet meer uitstoten in de omgevingslucht. Deze gassen zijn niet alleen schadelijk voor de mens (bijvoorbeeld het kankerverwekkende benzeen) maar veroorzaken ook ozon in de omgevingslucht. De stoffen moeten nu worden afgestoten aan een daarvoor vergunde ontgassingsinstallatie tot de concentratie in het schip laag genoeg is. De ontgassingsinstallatie behandelt het gas zodat het overgrote deel van deze schadelijke producten vernietigd of verwijderd wordt.
In deze eerste fase worden de belangrijkste en meest voorkomende stoffen (zoals producten met hoge benzeenconcentraties) aangepakt. In 2026 en 2028 moeten andere veel voorkomende producten aan dezelfde voorwaarden voldoen. Dit beperkt de verontreiniging van het milieu en maakt de leefomgeving gezonder. Dat is nodig, want een VMM-meetcampagne in 2021 in de haven van Antwerpen toonde aan dat er 5 keer meer vluchtige stoffen in de lucht zitten dan in de rest van Vlaanderen.
Taskforce ‘Ontgassen’
Onder voorzitterschap van de VMM werd in 2020 de taskforce ‘Ontgassen’ opgericht, een samenwerking van overheidsinstanties, havens en betrokken sectoren. Deze taskforce trof alle nodige voorbereidingen om deze nieuwe regels op een vlotte manier ingang te doen vinden.
Voor de nodige ontgassingsinstallaties werkt de taskforce nog aan een algemeen kader dat wordt opgenomen in VLAREM. Totdat deze regels er zijn, worden ontgassingsinstallaties vergund via de bestaande VLAREM-wetgeving, aangevuld met bijkomende bijzondere voorwaarden. Via vergunde ontgassingsinstallaties kunnen de schepen hun toxische gassen veilig afstaan.
Alle bevoegde instanties voor handhaving werken aan een doordacht handhavingsbeleid om ervoor te zorgen dat iedereen de juiste regels volgt. Verwacht wordt dat de sector meer zal inzetten op verenigbare transporten. Dit wil zeggen dat tankschepen vaker dezelfde soort producten transporteren waardoor de tanks niet moeten gereinigd worden voor een volgende lading en restgassen niet meer vrijkomen.
Op advies van de VMM werken de havens aan een toelatingsbeleid waarbij tankschepen na ontgassing hun ruim mogen ontluchten. Na de ontgassingsinstallatie blijft nog een kleine restant van het gas achter. Nu tankschepen vaak naar een ontgassingsinstallatie moeten, die vooral in havengebieden liggen, is het belangrijk dat de schepen zich niet onnodig extra moeten verplaatsen om het schip volledig gasvrij te maken. Er is onderzocht welke stoffen en onder welke voorwaarden deze stoffen veilig in de haven kunnen uitgestoten worden. Voor gassen waar de stoffen of de concentraties niet veilig zijn, moeten de schepen nadat ze het grootste deel van hun gassen hebben afgestaan aan een ontgassingsinstallatie, de restanten vrijlaten op plaatsen weg van bewoonde gebieden, bruggen en sluizen.
Er staat een FAQ op de binnenvaartservices website die de belangrijkste onderdelen van het CDNI toelicht en bijkomende vragen beantwoordt. Voor vragen kan je terecht bij scheepsafval@ovam.be.