In dit filmpje leggen we je van A tot Z uit hoe het grondwatersysteem in Vlaanderen werkt.
Feiten & cijfers
Beleid
Diensten & producten
Projecten
Tips
Grondwater: hoe zit dat nu?
Veel regen betekent niet onmiddellijk overal hoge grondwaterstanden. En als je op het nieuws hoort dat de grondwaterstanden laag zijn, betekent dat niet dat het grondwater plots op is. Ons grondwatersysteem werkt namelijk op een heel eigen manier.
Hoe werkt ons grondwatersysteem?
Het ABC van grondwater
Term | Betekenis |
---|---|
Grondwater | Al het water in de ondergrond dat onder de watertafel zit. Het freatische of vrije grondwater is bovenaan niet afgesloten door een slecht doorlatende laag en staat dus in contact met de atmosfeer. Het afgesloten grondwater wordt bovenaan wel begrensd door een slecht doorlatende laag. |
(Grond)watertafel - grondwaterspiegel | Het vlak waaronder alle grondporiën gevuld zijn met water. Als je een diepe put graaft kan die zich vullen tot aan dit vlak. In laaggelegen gebieden zit de watertafel soms minder dan 1 meter diep, in hoger gelegen gebieden is dat vaak 10 meter of meer. |
Kwelgebied | Gebied waar grondwater aan de oppervlakte uit de bodem treedt. Kwelgebieden zijn drassig en vormen vaak waardevolle natuurgebieden. |
Aquifer | Een doorlatende, watervoerende laag in de ondergrond waarin grondwater relatief snel stroomt. Aquifers bestaan grotendeels uit zand of grind en ze kunnen tot tientallen meters dik zijn. |
Aquitard | Een slecht doorlatende laag in de ondergrond die het water maar zeer traag doorlaat. Aquitards bestaan bv. uit klei of leem. |
Maaiveld | Aanduiding voor de hoogte van het grondoppervlak van een terrein. |
Onverzadigde zone | De onverzadigde zone is het gedeelte van de ondergrond boven de grondwaterspiegel. Deze zone bevat zowel water als lucht en is daarom belangrijk voor de plantengroei en dus ook voor landbouw en natuur. |
Vormen lage grondwaterstanden een probleem?
Als er gesproken wordt over ‘lage grondwaterstanden’ gaat het meestal om een stand van de grondwatertafel die lager is dan normaal is voor de tijd van het jaar. Die extra daling wordt dan vaak veroorzaakt door droge weersomstandigheden. De bijkomende daling is vaak klein ten opzichte van de dikte van de freatische watervoerende laag. Die dikte kan variëren van enkele meters tot soms wel 200 m.
Maar die lage grondwaterstanden kunnen wel een probleem vormen voor:
- natuur en landbouw die afhankelijk is van ondiep grondwater
- voeding van oppervlaktewater waardoor kleine beken droog kunnen vallen en het debiet en de waterkwaliteit in waterlopen kunnen afnemen
- tegenhouden van de indringing van zout water (verzilting) in de kustpolders
- bodemdaling door uitdrogen van klei- of veenlagen met schade aan infrastructuur als gevolg
Voor grondwaterwinningen stelt zich meestal geen probleem. Enkel bij te ondiepe grondwaterwinningen kunnen problemen ontstaan.
Hoe zit het met het afgesloten grondwater?
Afgesloten grondwater is water dat zich onder ondoorlatende lagen in de ondergrond bevindt, vaak op grote diepte. De bovenliggende kleilagen zorgen ervoor dat regenwater pas na decennia of zelfs eeuwen de diepere grondwaterlagen aanvult.
Waar er meer water wordt opgepompt, dan er van nature wordt aangevuld, treden negatieve effecten op. Ontdek er meer over in onderstaand filmpje.
U kunt deze inhoud op dit moment niet bekijken omdat u ervoor heeft gekozen om thirdparty cookies uit te schakelen in de privacy instellingen.