Naast de neerslag wordt de waterbeschikbaarheid voor mensen, dieren en planten ook bepaald door de evapotranspiratie. Die evapotranspiratie is een verzamelterm voor de waterafgifte door de bodem en de vegetatie aan de atmosfeer. Dit omvat alle neerslag die rechtstreeks in de atmosfeer komt door verdamping of onrechtstreeks via ecosystemen.
De ‘potentiële evapotranspiratie’ of PET wordt uitgedrukt in mm neerslag per jaar. Dit is de maximaal mogelijke evapotranspiratie die optreedt indien er steeds voldoende water beschikbaar zou zijn aan de oppervlakte of in de bodem. Indien dit laatste niet het geval is, zoals tijdens droge zomerperiodes, is de werkelijk optredende evapotranspiratie lager dan de potentiële. Toch wordt meestal de potentiële en niet de werkelijke evapotranspiratie als indicator opgevolgd. Reden daarvoor is dat de werkelijke evapotranspiratie erg moeilijk te kwantificeren is: deze is immers sterk gebiedsafhankelijk en functie van de waterbeschikbaarheid aan de oppervlakte en in de bodem. Een bosgebied of een sterk verstedelijkt gebied hebben daardoor een sterk verschillende evapotranspiratie.
Een andere indicator bekijkt het mogelijke watertekort dat ontstaat voor planten tijdens het groeiseizoen door de PET te vergelijken met de neerslag die valt tijdens de maanden april tot september.