Vlaanderen heeft een van de laagste waterbeschikbaarheden per inwoner. Dit komt door een combinatie van een hoge bevolkingsdichtheid en een relatief beperkte aanwezigheid van oppervlakte- en grondwater. De klimaatverandering brengt het bestaande, fragiele evenwicht uit balans.
De klimaatverandering doet de tijdsvariabiliteit van de neerslag toenemen: de frequentie en de intensiteit van extreme regenval én van langdurigere droge perioden worden groter. Daarnaast leidt de gemiddelde temperatuurstijging in de atmosfeer tot meer verdamping. Hierdoor verhoogt de kans op extreme droogte en waterschaarste. Dit heeft een impact op kwetsbare natuur, de opbrengst in de landbouw, de binnenscheepvaart en kan ook gevolgen hebben voor de productie van drinkwater.