Het verbruik van water voor menselijke activiteiten oefent een aanzienlijke druk uit op de grond- en oppervlaktewatervoorraden en kan leiden tot een daling van de watervoorraad en van de kwaliteit van het beschikbare water voor mens en natuur.
Het totaal waterverbruik exclusief koelwater is in 2022 gestegen ten opzichte van 2021 (+ 2,98 %).
Het verbruik van leidingwater (of kraanwater) was de laatste jaren quasi constant, in 2022 daalde het verbruik met 2,14 %.
Na een forse daling tussen 2000 en 2015, is het koelwaterverbruik opnieuw in stijgende lijn vanaf 2018.
Het verbruik van hemelwater en grondwater is gestegen ten opzichte van 2021.
In deze indicator worden de verbruiken besproken na de productie van het leidingwater. Het leidingwater, aangemaakt door de drinkwaterbedrijven, bestaat voor 47 % uit grondwater en voor 53 % uit oppervlaktewater. De drinkwaterbedrijven zijn met 62 % de grootste gebruiker van grondwater.
Toestand
In 2022 bedroeg:
Het totaal waterverbruik (exclusief koelwater) 761 miljoen m³.
Het koelwaterverbruik: 2,17 miljard m³.
De aandelen van de sectoren (exclusief grond- en oppervlaktewater voor de productie van leidingwater) verschillen naargelang het type water:
De huishoudens hebben het grootste aandeel in het verbruik van leidingwater (64 %) en hemelwater (56 %), en een aandeel van 33 % in het totaal waterverbruik exclusief koelwater.
De industrie heeft het grootste aandeel in het verbruik van oppervlaktewater (55 %), ander water (91 %) en het totaal waterverbruik exclusief koelwater (38 %).
De energiesector is de grootste verbruiker van koelwater (75 %).
De landbouw is de grootste verbruiker van grondwater (56 %).
Evolutie
De waterverbruikscijfers van alle sectoren (exclusief grond- en oppervlaktewater voor de productie van leidingwater) samen vertonen volgende evoluties:
Totaal waterverbruik (exclusief koelwater): schommelende waarde met een eerder stijgende trend sinds 2009.
Leidingwater (of kraanwater): quasi constant de laatste jaren, met lichte daling in 2022.
Oppervlaktewater: stijging sinds 2009, de toename in de periode 2012-2015 is hoofdzakelijk terug te brengen tot een nieuwe installatie voor vloeibaar gas in Zeebrugge.
Grondwater: duidelijke daling in de periode 2000-2014, vooral bij de industrie, de schommelingen sinds 2015 zijn vooral toe te schrijven aan de landbouw en te verklaren door de hoeveelheid neerslag.
Hemelwater: langzame toename, o.a. door de verplichting van een regenwaterput bij (ver)nieuwbouw sinds 2004.
Ander water: (relatief) sterke toename sinds het begin van de jaren 2000 tot 2018, daarna langzame daling.
Koelwater: opmerkelijke daling in de periode 2000-2015, vooral door de sluiting of ombouw van steenkoolcentrales, de laatste jaren is het verbruik terug in stijgende lijn.
Hoe pakken we dit aan?
De stroomgebiedbeheerplannen bepalen wat Vlaanderen zal doen om de toestand van het oppervlaktewater en het grondwater te verbeteren. Alle maatregelen en acties die genomen worden om de toestand van de watersystemen te verbeteren of de overstromingsrisico's beter te beheren, zijn samengebracht in het maatregelenprogramma. Voor waterverbruik zijn vooral volgende maatregelengroepen belangrijk: