Uitstoot van de broeikasgassen in Vlaanderen 2000-2016

Van 2000 tot 2016 is de uitstoot van broeikasgassen gedaald. Dat komt vooral door maatregelen in de energiesector en de industrie, een daling in het gebruik van CFK’s en HCFK’s en veranderingen in huisverwarming door gezinnen.

Deel online

facebookLinkedInTwitter

In 2016 waren de industrie, het verkeer, de energiesector en gebouwenverwarming door huishoudens samen goed voor ongeveer 80% van de broeikasgasemissies in Vlaanderen.

In de periode 2000-2016 daalde de uitstoot van broeikasgassen. Die daling is voornamelijk te danken aan:

  • maatregelen in de energiesector: voornamelijk door wijzigingen in brandstofverbruik bij de elektriciteitscentrales en verdere uitbreiding van de gelijktijdige opwekking van elektriciteit en warmte;
  • maatregelen in de industrie: voornamelijk door een vermindering van de lachgasemissie in de chemische sector;
  • een dalend gebruik van de CFK’s en HCFK’s. Die worden vooral gebruikt als koelmiddel en bij de productie van schuimen;
  • wijzigingen in gebouwenverwarming door huishoudens. Enerzijds spelen klimatologische omstandigheden een rol, anderzijds wordt er steeds meer aardgas verbruikt.

We merken een beperkte daling van de broeikasgasemissies in de sector ‘land- en tuinbouw’, zij het veel minder significant. De laatste jaren noteren we zelfs opnieuw een lichte stijging. Wat verkeer betreft, treedt er in deze periode min of meer een stagnatie op in de emissies.