VMM werkt aan herstel palingbestand in Blankaartgebied
Er zijn veel minder palingen dan een paar decennia geleden. Palingen worden geboren in zee, maar zwemmen naar rivieren om er op te groeien. Daarna keren ze terug naar zee. Obstakels, zoals sluizen, kunnen hun route blokkeren. Daarom zet de VMM en haar partners volop in op de palingmigratie, waardoor palingen vrij kunnen van rivier naar zee zwemmen. Met succes! In de nieuwe palinggoot in Diksmuide telden we 6,735 kg jonge palingen.
7000 km
“Palingen brengen maar een deel van hun leven door in het binnenland”, weet Dirk Verhaeghe van de Provinciale Visserijcommissie, “de paling paait in de Atlantische Oceaan, in de Sargassozee. Ze trekken dus vanuit het binnenland zo’n 7.000 km ver om eitjes te leggen. Uit de eitjes komen larven die opgroeien tot glasalen, doorzichtige palingen van zo’n zeven centimeter lang. De glasaaltjes reizen met de zeestromen mee naar alle rivieren in Europa.” Willen de glasaaltjes naar het binnenland zwemmen, dan komen ze heel wat hindernissen tegen. Het stroomgebied van De Blankaart gebruikt een pomp om water af te voeren naar de IJzer, waar het peil hoger wordt gehouden voor de scheepvaart. “Voor glasalen en andere vissen vormen deze pompgemalen obstakels waar ze niet langs kunnen. Vanuit de IJzer kunnen ze bijvoorbeeld niet meer naar De Blankaart zwemmen en de volwassen palingen slagen er niet in om vanuit het binnenland weer de zee te bereiken.”
6000 kleine palingen en glasalen
In de voorbije jaren deden we al heel wat om ervoor te zorgen dat vissen, vooral paling, kunnen migreren. Tussen maart en mei worden in de Ganzepoot in Nieuwpoort bijvoorbeeld de schuiven van de sluizen vier keer per dag ongeveer een half uur op een kier gezet. Daardoor kan de glasaal binnenzwemmen en zijn weg stroomopwaarts de IJzer vinden. In een palinggoot in Diksmuide verzamelen de jonge palingen in een vergaarbak. Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) weegt en meet die en zet ze daarna uit in de Stenensluisvaart en de andere waterlopen in De Blankaart. In 2022 leverde dat in totaal zo’n 6.000 kleine palingen en glasalen op, een kleine 17,5 kg. Tijdens de eerste bemonstering van 2023 werd net geen 7 kg paling overgezet. We blijven de vismigratieknelpunten in het Blankaartgebied verder wegwerken. Maarten Goegebeur, gebiedsingenieur van de VMM: “We passen o.a. het pompgemaal aan de Stenensluisvaart aan. Daarvoor loopt momenteel een voorbereidende studie. Met dat project willen we het pompgemaal visvriendelijker maken, zodat de volwassen paling, die weer naar de zee wil zwemmen, meer kans heeft om levend door de pompen te geraken. Begin 2024 beginnen we met het testen en de plaatsing van het visvriendelijke pompgemaal.”
Betere watertoestand
Deze aanpassingen maken deel uit van de acties die de VMM uitvoert om in het Blankaartgebied een betere watertoestand te verkrijgen. Dit bekken is een prioritair gebied in de Stroomgebiedbeheerplannen 2022-2027. Het Blankaartbekken is ook een van de 15 gebieden waar de VMM nog extra inzet op gebiedsgerichte werking. Daarvoor maakt ze samen met andere Vlaamse overheden, lokale partners en belanghebbenden geïntegreerd werk van waterkwaliteit, wateroverlast, watertekort en waterbeleving.
We kijken uit naar de jaarlijkse afvissing door het Agentschap voor Natuur en Bos! De voorbije jaren werden maar enkele palingen gevonden, vooral volwassen exemplaren die al op weg hadden moeten zijn om te gaan paaien. De volgende keer zien we hoeveel paling en glasaal er nu in het gebied van De Blankaart zit.