Uitzonderlijke weersomstandigheden vormen bijkomende uitdaging voor kwaliteit waterlopen

De verbetering van de waterkwaliteit is de laatste jaren afgevlakt, ondanks de inspanningen van de overheid om de openbare waterzuivering uit te breiden en van de sectoren om hun lozingen te verminderen. Bijkomend hebben ook de uitzonderlijke weersomstandigheden op verschillende manieren een negatieve invloed op de waterkwaliteit.

17 november 2022

Deel online

facebookLinkedInTwitter

Verbetering waterkwaliteit vlakt af

De waterkwaliteit wordt vooral bepaald door de lozingen (emissies) die erin terechtkomen. Het goede nieuws is dat de totale emissies van zuurstofbindende stoffen en nutriënten (stikstof en fosfor) gedaald zijn in de periode 2010-2021:

  • zuurstofbindende stoffen: -28%
  • stikstof: -17%
  • fosfor: -19%

Dit komt onder meer omdat er minder ongezuiverd, huishoudelijk afvalwater in onze waterlopen terechtkomt dankzij de verdere uitbouw en verbetering van de openbare waterzuivering. Ook de inspanningen van de bedrijven leverden resultaten op. De fosforemissies van de landbouw dalen langzaam, maar de stikstofemissies van de landbouw doen dat niet. De dalende emissies van zuurstofbindende stoffen en nutriënten leidden tot verbeterde zuurstof-, stikstof- en fosfaatconcentraties in de Vlaamse waterlichamen. Ook het percentage van de waterlichamen dat voldoet aan de decretaal vastgelegde norm nam toe. We stellen wel vast dat die verbetering de laatste jaren afvlakt. Voor nitraat gaat de toestand de laatste jaren zelfs achteruit (zie figuur).

Invloed uitzonderlijke weersomstandigheden op waterkwaliteit

De klimaatverandering zorgde de voorbije Jaren voor uitzonderlijke weersomstandigheden. Deze hebben op verschillende manieren een bijkomende negatieve invloed op de waterkwaliteit.

Langdurige droogteperiodes

In de periode 2017-2020 waren er lange, droge en warme periodes die leidden tot lage debieten van de waterlopen en dus minder verdunning van de vuilvrachten.

  • Minder verdunning leidt tot lagere zuurstofconcentraties. Bovendien warmt het water door de hitte op wat eveneens tot minder zuurstof leidt in het water. Te lage zuurstofconcentraties kunnen op hun beurt vissterfte veroorzaken.
  • Minder verdunning leidt ook tot hogere zoutconcentraties. Daarnaast zorgen de lagere debieten ook voor minder tegendruk door het zoete oppervlaktewater. Het zout grondwater krijgt op die manier meer kans om op te wellen. Die hoge zoutconcentraties zijn schadelijk voor zoetwaterorganismen. Ze kunnen er ook voor zorgen dat oppervlaktewater moeilijker gebruikt kan worden voor bijvoorbeeld irrigatie, drinkwater voor vee of de productie van drinkwater.

De lange droogteperiodes tijdens het groeiseizoen in de jaren 2017-2020 zorgden voor minder opname van stikstof door de gewassen. Dat leidt tot een hogere bodemvoorraad nitraat. Als daar onvoldoende rekening mee gehouden wordt bij de bemesting en bij de teeltkeuze, dan wordt er meer nitraat uitgespoeld tijdens de winterperiode. Op die manier komt er meer nitraat in onze waterlopen terecht.

Droge en warme periodes werken ook de bloei van blauwalgen in de hand. Deze blauwalgen kunnen leiden tot gezondheidsklachten en hebben ook negatieve ecologische effecten. Blauwalgenbloei kan goed gedijen bij voldoende licht, een hoog gehalte aan voedingsstoffen, een hoge watertemperatuur en een gebrek aan stroming.

Veel regen op korte tijd

In 2021 regende het dan weer bijzonder veel, waardoor het huishoudelijk afvalwater moeilijker gezuiverd kan worden. De vuilvracht die toekomt op de RWZI’s is dan meer verdund. Bovendien komt door die grotere hoeveelheid regen ook een groter deel van die vuilvracht via overstorten rechtstreeks in het oppervlaktewater terecht.

De “waterbom” van midden juli 2021 zorgde vooral in het Demerbekken tijdelijk en lokaal voor uitzonderlijk lage zuurstofconcentraties. Dat komt door een combinatie van het overstorten van ongezuiverd rioolwater en de afbraak van afgestorven organisch materiaal in de overstroomde gebieden en wachtbekkens.

Klimaatverandering maakt uitdaging kwaliteit waterlopen groter

Onder invloed van klimaatverandering kunnen we extreme weersfenomenen steeds vaker verwachten. Dit zorgt ervoor dat de uitdaging om de kwaliteit van onze waterlopen te verbeteren nog groter wordt en er belangrijke bijkomende inspanningen nodig zijn. 

  • We moeten de openbare waterzuivering verder uitbouwen en verbeteren.
  • Bij de industriële bedrijven is er nood aan verscherpte aandacht voor hun emissies van zeer zorgwekkende stoffen. 
  • De landbouw heeft de uitdaging om de verliezen van stikstof en fosfor verder aan te pakken.

Concrete acties daarvoor worden uitgewerkt in de stroomgebiedbeheerplannen, mestactieplannen en andere beleids- en actieplannen.

Meer over de kwaliteit van de waterlopen »