Onderzoek naar PFAS in de lucht

De VMM is in samenwerking met VITO een uitgebreid onderzoek gestart voor de luchtmonitoring van PFAS. Hiervoor werden in de directe omgeving van de Lantis-werf en de opslag van de met PFOS vervuilde grond en in een ruimere omgeving binnen een perimeter van 3 km rond de 3M-site verschillende bemonsteringstoestellen geplaatst. Deze metingen en het daaraan gekoppelde stofactieplan zijn een concreet antwoord op de aanbevelingen van de Commissie Grondverzet en kan een belangrijke bijdrage betekenen voor de versterking van het PFAS Actieplan van de Vlaamse overheid.

18 oktober 2021

Deel online

facebookLinkedInTwitter

In een eerste fase van het onderzoek wordt de stofvormige fractie bemeten. Dat gebeurt door het aanzuigen van opwaaiend en zwevend stof uit de omgevingslucht over een filter en door neervallend stof op te vangen in depositiekruiken. In de verzamelde stofmonsters wordt de aanwezigheid en concentratie van PFAS bepaald. Het is de eerste maal in Vlaanderen dat er PFAS-metingen gebeuren in omgevingslucht. Uit een eerste voorbereidend onderzoek blijkt dat de nieuwe meetmethoden in staat zijn om PFAS te meten in de omgevingslucht.

Toetsingskader

Vandaag bestaat nog geen wettelijk kader, noch een gezondheidskundig toetsingskader voor de beoordeling van gemeten PFAS-waarden in lucht. Dit kader ontbreekt niet alleen in Vlaanderen, maar ook in België en in Europa.

Om de metingen in de buurt van de 3M-site en de Oosterweelwerf (Lantis) toch te kunnen evalueren, werd door VITO een tijdelijk toetsingskader voorgesteld, dat enkel gebruikt kan worden in deze context. De basis voor dit tijdelijk toetsingskader zijn de - strenge - EFSA TWI-waarden uit 2020 voor orale blootstelling (dit is de totale toegelaten dosis per week die via inslikken in het lichaam komt, volgens de Europese voedselveiligheidsautoriteit). Het tijdelijke toetsingskader gaat er van uit dat 20% van de totale blootstelling aan PFAS via de lucht komt. Zo komt men tot een gehanteerde toetsingswaarde van 0,44 ng/m3 voor volwassenen voor de som van de 4 PFAS-verbindingen (PFOS + PFOA + PFNA + PFHx).

De aanbeveling is om op korte termijn een volwaardige gezondheidskundige advieswaarde te bepalen voor PFAS in de omgevingslucht. Dit in overleg met Agentschap Zorg en Gezondheid en de VMM en volgens de geijkte methodieken.

Eerste resultaten

De eerste vaststellingen bevestigen de aanwezigheid van hogere concentraties PFAS in het verwaaiend en zwevend stof in de buurt van de 3M-site en de Lantis-werf vergeleken met de 'achtergrondlocatie' in Dessel, op ruime afstand van de werf en de 3M-site in Zwijndrecht. Bovendien blijkt ook dat hoe verder de meetpunten van 3M en de werf verwijderd liggen, de gemeten PFAS-concentratie verder daalt. Zo liggen de concentraties in het centrum van Zwijndrecht (0,015 ng/m³) zo'n 9 keer lager dan op de meetpost in Zwijndrecht dicht bij de 3M site (0,144 ng/m³). Op dit ogenblik is het nog niet mogelijk om aan te geven welk aandeel in de verhoogde concentraties afkomstig is van de werken van Lantis, dan wel het gevolg is van de verstuiving van de vervuilde gronden op en rond de 3M-site.

We vergelijken de gemiddelde waarden van de meetresultaten per meetpunt met de tijdelijke toetsingswaarde. De EFSA-waarden gaan immers ook uit van gemiddelden op basis van langdurige metingen. De gemiddelde gemeten waarden liggen allemaal onder de tijdelijke toetsingswaarde. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat de weersomstandigheden in de weken waarin gemeten werd, eerder atypisch waren in vergelijking met dezelfde periode de vorige jaren. Zo was er in juli en augustus beduidend meer neerslag waardoor minder fijn stof in de omgevingslucht aanwezig was.

Stofactiemeetplan

Om de verspreiding van stof door de werken maximaal in te perken, wordt via de omgevingsvergunning van de werfzones een reeks stofbeheersmaatregelen opgelegd. Daarnaast werd er nu ook een stofactiemeetplan uitgewerkt in samenwerking met Lantis.

In de verschillende windrichtingen rond de werken registreren een aantal stofmonitoren continu de hoeveelheid fijn stof in de omgevingslucht. Dit stofmeetnet monitort doorlopend de lokale bijdrage van de Oosterweelwerken naar de dorpskernen toe. Door op elk ogenblik de fijnstofconcentratie in een woonkern te vergelijken met een andere meting uit dit nieuwe stofmeetnet, die op dat moment niet beïnvloed wordt door de werken (afhankelijk van de windrichting), kan op uurbasis de lokale bijdrage van de activiteiten op de werf opgevolgd worden.

Bij stofpieken richting woongebied wordt, aan de hand van een waarschuwings- en actiedrempel, actie op het terrein ondernomen. Is de waarschuwingsdrempel overschreden, dan zal de verantwoordelijke voor stofemissies op de werf ter plaatse gaan om te kijken of de mogelijke stofreducerende maatregelen op de werf genomen zijn en ook goed opgevolgd worden.

Is de actiedrempel overschreden, dan zullen aanvullende stofreducerende maatregelen genomen worden, zoals extra beneveling van de te bewerken gronden, of zullen bepaalde stofproducerende activiteiten tijdelijk stilgelegd worden. Dit in afwachting van het dalen van de nettobijdrage van de stofconcentraties in de omringende woonzone(s).

Niet al het zwevend stof bevat evenveel PFAS. Maar vermits aangetoond is dat PFAS op het stof gevonden is, is het meten van stof en daarop ingrijpen een goede aanpak om de PFAS -depositie mee te reduceren.

"Met dit stofactieplan wordt een antwoord gegeven op een van de adviezen van de Commissie Grondverzet. Daarin werd immers aan Lantis gevraagd om te werken op basis van meetgegevens: door te monitoren wanneer er stofpieken zijn, kan snel gericht gereageerd worden. Bovendien laat dit ook toe om transparantie te bieden aan en duidelijk te communiceren met de lokale bevolking," zegt opdrachthouder Karl Vrancken.

Momenteel worden de extra stofmeetpunten op het terrein geplaatst. Die moeten door automatische, continue monitoring in de komende drie maanden de nodige meetdata verzamelen. VMM brengt in deze periode Lantis wel al op de hoogte van geregistreerde stofpieken op deze nieuwe meetlocaties. De waarschuwings- en actiedrempel zal door de stofexperts van VMM tegen eind 2021, op basis van deze set meetdata en in overleg met VITO, bepaald worden.

Het is niet mogelijk om op basis van deze voorlopige resultaten over mogelijke gezondheidseffecten te spreken. Eind oktober zullen de eerste resultaten van de bloedanalyses beschikbaar zijn. In een latere fase worden deze resultaten aangevuld met een blootstellingsanalyse waarin het belang van deze blootstellingsroute via lucht beter zal bepaald worden.

Tussentijds rapport: PFAS-concentraties in fijn stof in omgevingslucht Oosterweel »

Blijf je graag op de hoogte?

We maken maandelijks voor jou een selectie van de belangrijkste nieuwsberichten op maat van de milieuprofessional.

Schrijf je in op de nieuwsbrief