Nieuwe vispassage Bellemolen
Doordat de waterkwaliteit verbetert, keren vissen terug naar onze waterlopen. Vissen verplaatsen zich voortdurend op zoek naar voeding, voortplantingsplaatsen, overwinteringsgebieden of nieuwe leefgebieden. Vaak verhinderen stuwen, watermolens of bodemvallen die migratie omdat vissen er niet voorbij kunnen zwemmen. Voor de ecologisch belangrijke waterlopen zoeken we oplossingen om deze vismigratie weer mogelijk te maken. Dat is ook een doelstelling van de Benelux-beschikking ‘vrije vismigratie’ en de Europese kaderrichtlijn Water. Aan de Bellemolen in Affligem valt het water permanent ongeveer 1,5m naar beneden, wat een knelpunt is voor de migratie uit de Dender op de Bellebeek. We pakken dit aan door een vispassage te bouwen.
Verbetering visbestand
Uit een visbestandsopname van het INBO op- en afwaarts de Bellemolen in 2020 bleek dat er heel wat soorten zaten. Afwaarts zagen we baarzen, bermpjes, blankvoornen, blauwbandgrondels, driedoornige stekelbaarzen, palingen, possen, riviergrondels en snoekbaarzen. Opwaarts werden blauwbandgrondels, driedoornige stekelbaarzen en palingen gespot. Het is duidelijk dat de watermolen de verdere ontwikkeling van bepaalde soorten opwaarts in de weg staat. We hopen dat dat sterk zal verbeteren dankzij de vispassage.
Waterloop verlegd
De aanwezige waterloop werd in de 12e eeuw in opdracht van de Abdij van Affligem over een lengte van 2 km verplaatst naar de noordelijk flank van de vallei. Dat was nodig om het vaste verval aan de molen te creëren, zoals dat bij de meeste watermolens werd gedaan. De oude bedding van de waterloop kwam hierdoor zo goed als droog te staan en werd herleid tot een kleinere afwateringsgracht. Ter hoogte van Bellemolen is de huidige Bosbeek hiervan het overblijfsel. Waar vroeger grote viskweekvijvers waren, de “sluisvijvers”, vinden we nog duidelijk enkele glooiingen in het terrein terug waar de oude meanderende waterloop liep.
Verbinding Bosbeek-Bellebeek
Om de vispassage te realiseren, kozen we voor de meest natuurlijke oplossing. We verbinden de bestaande Bosbeek op twee punten met de Bellebeek. De Bosbeek loopt langs de oude vijvers en is rechtgetrokken. Er wordt nog onderzocht hoe we de Bosbeek eventueel in een volgende fase via deze verlaten bedding kunnen hermeanderen.
Ter hoogte van de oostelijke en opwaartse verbinding wordt een knijpconstructie met regelschuif geplaatst om de instroom naar de Bosbeek te beperken bij hoge waterstanden op de Bellebeek. Op beide verbindingsgeulen voorzien we een paairiffle. Dat is een zone met sneller stromend water over een beekbedding van grind, een ideale paaiplaats voor zeldzame beekvissen.
Wat speciaal is aan de monding is de dubbele koker onder de gewestweg. Doordat deze koker in een bocht ligt, slibde de rechterkoker altijd onmiddellijk weer dicht. Door de vispassage op de linker koker aan te sluiten en de Bellebeek in de rechterkoker te dwingen, krijgen beide kokerdoorgangen nu te allen tijde genoeg stroming om aanslibbing te vermijden. Via een verlaagde wand kunnen beide geulen bij hoog water overstorten naar de andere koker.
Afwaarts de samenvloeiing leggen we nog een nieuwe meetgoot aan waar we heel precies debiet kunnen meten. De huidige limnigraaf staat aan de Bellemolen en kan het debiet dat langs de vispassage passeert niet meten waardoor dit een vertekend beeld kan geven.
De werken zijn gestart half januari en worden normaal gezien tegen het bouwverlof afgerond.
Ondertussen is er ook een studieopdracht gestart voor drie andere vismigratieknelpunten: de Avenellemolen op de Overnellebeek, de Opalfenemolen op de Steenvoordebeek en de Plotermolen op de Hunselbeek.