Milieu- en sociale impact van lage-emissiezones
Uit een grondige evaluatie van de lage-emissiezones (LEZ) in Vlaanderen blijkt dat de LEZ's gezorgd hebben voor een versnelde vergroening van het wagenpark. Dat zorgt mee voor een betere luchtkwaliteit in de LEZ's en in de rest van Vlaanderen. Vooral sociaal kwetsbaren profiteren van de gezondere leefomgeving, al moeten er voldoende flankerende maatregelen genomen worden zodat zij niet overmatig geraakt worden door de maatregel.
Sinds 2015 bestaat in Vlaanderen een decreet waardoor steden lage emissiezones (LEZ) kunnen invoeren op hun grondgebied. Kort na haar aantreden besliste Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir om een grondige evaluatie te laten maken van de lage-emissiezones in Vlaanderen. Daarbij wilde de minister zonder taboes zowel de milieu-impact als de sociale impact onderzoeken. Daaruit blijkt dat de LEZ’s effectief gezorgd hebben voor een versnelde vergroening van het wagenpark: er rijden minder oude dieselwagens en meer benzinewagens in de LEZ. Dat heeft ook mede voor een betere luchtkwaliteit gezorgd in de lage-emissiezones en in de rest van Vlaanderen. Vooral sociaal kwetsbaren profiteren van de gezondere leefomgeving, al moeten er voldoende flankerende maatregelen genomen worden zodat zij niet overmatig geraakt worden door de maatregel. Een vergelijking met de aanpak in buitenlandse lage-emissiezones leert dat er in Vlaanderen vaak meer aandacht is voor de sociaal kwetsbare groepen. Zo is er in bijna geen enkele buitenlandse lage-emissiezone een vrijstelling voorzien voor mensen met een handicap en een beperkte financiële draagkracht. Demir trekt met de evaluatie naar het Vlaams Parlement om de verschillende meningen te horen.
In een lage-emissiezone worden de meest vervuilende voertuigen stapsgewijs gebannen om de luchtkwaliteit in die zone te verbeteren en zo ook de gezondheid van de inwoners. Tot 1 januari 2025 ligt de focus op het bannen van oude dieselwagens zonder roetfilter omdat die voertuigen zeer veel schadelijk roet uitstoten. Oude benzinewagens zijn wel nog toegelaten omdat hun roetuitstoot gelijkaardig is aan de roetuitstoot van dieselwagens met roetfilter. Zodra de roetuitstoot maximaal is teruggedrongen, verschuift de focus naar de uitstoot van stikstofoxiden (NOx). Op dat ogenblik zullen ook de recentere dieselwagens met een roetfilter in het vizier komen omdat die ongeveer evenveel stikstofoxiden blijven uitstoten als de oudere dieselwagens zonder roetfilter. Ook voor benzinewagens worden de toegangscriteria geleidelijk strenger maar benzinewagens tot ongeveer 25 jaar oud blijven toegelaten omdat benzinewagens (veel) minder stikstofoxiden uitstoten dan dieselwagens van dezelfde leeftijd.
Uit de evaluatie blijkt dat de lage-emissiezones effectief voor een versnelde vergroening van het wagenpark gezorgd hebben. De meeste inwoners en (frequente) bezoekers van een lage-emissiezone, met een oud dieselvoertuig, hebben dit voertuig vóór of meteen na de invoering van de lage-emissiezone of de verstrenging van de toegangsvoorwaarden (vanaf 1 januari 2020) verkocht. Hierdoor verdwenen oude dieselwagens sneller uit de lage-emissiezones dan in de rest van Vlaanderen. Wie een oud voertuig verving, koos vaker voor een (tweedehands) benzinevoertuig dan voor een recenter dieselvoertuig omdat een benzinevoertuig veel langer is toegelaten in een lage-emissiezone.
Doordat er in de lage-emissiezone minder (oude) dieselwagens en meer benzinewagens rond reden, is de uitstoot van stikstofoxiden (NOx) en zwarte koolstof (roet) in de lage-emissiezones sterk gedaald. In Antwerpen daalde de roetuitstoot door de lage-emissiezone tussen 2019 en 2018 zelfs meer dan dubbel zo snel als zonder de lage-emissiezone het geval zou zijn geweest. De lagere uitstoot heeft voor een betere luchtkwaliteit gezorgd. Dat geldt vooral voor roet (zwarte koolstof), waarvoor het effect van de lage-emissiezone in Antwerpen ook duidelijk te zien is in de meetresultaten.
Ook de concentraties aan stikstofdioxide (NO2) daalden sterk, zowel in de lage-emissiezone zelf als in de rest van Vlaanderen. Dit komt doordat ook in de rest van Vlaanderen meer benzine- dan dieselwagens werden aangekocht, door de komst van de lage-emissiezones maar ook door de aanpassing van de brandstofaccijnzen en de vergroening van de verkeersfiscaliteit. Het sneller verdwijnen van de oude dieselwagens binnen de lage-emissiezones had geen bijkomend effect op de NO2-concentraties in de lage-emissiezones zelf omdat recentere dieselwagens bijna evenveel stikstofoxide uitstoten als oude dieselwagens. Wanneer in de lage-emissiezones ook de recentere dieselwagens niet meer zijn toegelaten, zullen we in de lage-emissiezones sterkere dalingen van de NO2-concentraties meten dan in de rest van Vlaanderen.
Een betere luchtkwaliteit leidt tot een gezondere leefomgeving. Vooral sociaal kwetsbare groepen, zoals mensen met een laag inkomen, werklozen en huurders, hebben daar baat bij. Zij worden niet alleen aan hogere concentraties aan luchtvervuiling blootgesteld maar ondervinden ook meer of sneller gezondheidseffecten door deze luchtvervuiling. Sociaal kwetsbare inwoners kunnen dus meer dan anderen profiteren van maatregelen die de luchtkwaliteit verbeteren, zoals de invoering van een lage-emissiezone. Een belangrijk aandeel van de inwoners van de lage-emissiezones van Antwerpen en Gent is sociaal kwetsbaar en wordt blootgesteld aan hoge concentraties aan luchtvervuiling. Voor deze inwoners is de gezondheidswinst door de komst van de lage-emissiezones het grootst.
Sociaal kwetsbare gezinnen hebben vaak geen auto. Verschillende onderzoeken wijzen daarop. Deze gezinnen ondervinden enkel positieve effecten van de lage-emissiezone. Een deel van de sociaal kwetsbare gezinnen die in de lage-emissiezones wonen heeft wel een auto. De bezorgdheid bestaat dat vooral of zelfs enkel die gezinnen een oud voertuig bezitten dat niet meer is toegelaten in de lage-emissiezone. Het zijn niet enkel de sociaal kwetsbare gezinnen die een impact van de lage-emissiezone ondervinden maar zij worden wel harder getroffen. Van alle Antwerpse en Gentse gezinnen, die minstens één voertuig bezitten waarmee ze geen toegang tot de lage-emissiezone hebben, behoort 40% tot de kwart gezinnen die met het laagste inkomen moeten rondkomen. Toch is het niet zo dat die gezinnen per definitie een auto hebben waarmee ze niet in de lage-emissiezone zijn toegelaten. De meerderheid van de 25% Antwerpse en Gentse gezinnen die met het laagste inkomen moeten rondkomen bezitten een wagen die is toegelaten. Ongeveer 30% van hen heeft echter enkel een niet-toegelaten voertuig. Het is die groep die het hardst door de invoering van de lage-emissiezone wordt getroffen.
Het is dus erg belangrijk om ondersteunende maatregelen te nemen die de sociale gevolgen verzachten. Tegelijkertijd mogen deze maatregelen de effectiviteit niet verminderen omdat de positieve effecten van een lage-emissiezone voor sociaal kwetsbare mensen net het grootst zijn. Het is dan ook zoeken naar een goed evenwicht tussen effectiviteit en sociaal draagvlak. Met de juiste ondersteunende maatregelen kunnen we er voor zorgen dat de positieve sociale effecten groter zijn dan de negatieve sociale effecten. De minder strenge toegangscriteria voor benzinevoertuigen en de Gentse slooppremie slagen daar het best in. Door een slooppremie toe te kennen of oudere benzinevoertuigen toe te laten vermindert de effectiviteit van een lage-emissiezone niet of nauwelijks, maar wordt de aankoop van een vervangend voertuig dat wel aan de toegangscriteria voldoet gemakkelijker voor mensen met een laag inkomen. De negatieve sociale impact blijft zo beperkt terwijl de positieve impact van de lage-emissiezone op de luchtkwaliteit zoveel mogelijk behouden wordt. Dat is vanuit sociaal oogpunt erg belangrijk want, hoewel een goede luchtkwaliteit goed is voor de gezondheid van iedereen, hebben toch vooral sociaal kwetsbare mensen er baat bij.
Een vergelijking met de aanpak in buitenlandse lage-emissiezones leert dat er in Vlaanderen vaak meer aandacht is voor de sociaal kwetsbare groepen. Zo is er in bijna geen enkele buitenlandse lage-emissiezone een vrijstelling voorzien voor mensen met een handicap en een beperkte financiële draagkracht. Enkel in Noordrein-Westfalen vinden we een gelijkaardige vrijstelling. De tijdelijke uitstelmogelijkheid voor mensen met een laag inkomen door de aankoop van een lokale toelating aan een lager tarief blijkt uniek in Europa. De slooppremie vinden we wel in andere lage-emissiezones terug. Dit is o.a. het geval in enkele Nederlandse milieuzones en in de Londense Ultralage-emissiezone.
Die conclusies staan in een recent evaluatierapport van het Vlaams Departement Omgeving en de Vlaamse Milieumaatschappij.
“Dat de luchtkwaliteit in Antwerpen en Gent, maar ook de rest van Vlaanderen, er op vooruit ging, is zonder meer positief. Dat in Vlaanderen meer dan elders in Europa aandacht is voor flankerend beleid voor sociaal kwetsbare inwoners ook. Het rapport levert ons onderbouwde informatie om in de commissie van het Vlaams Parlement de verdere bespreking van de Lage Emissiezones aan te gaan”, besluit Demir.
Hier kun je de samenvatting en technische informatie terugvinden.