Luchtvervuiling daalt door minder uitstoot en gunstig weer

In 2023 ging de luchtkwaliteit bijna voor alle stoffen vooruit. De belangrijkste verklaringen zijn de dalende uitstoot en het gunstige weer zonder lange smogepisodes. Luchtvervuiling blijft een grote invloed hebben op onze gezondheid, de natuur en de landbouw.

19 september 2024

Luchtkwaliteit

Deel online

facebookLinkedInTwitter

De meeste gemeten stoffen daalden ten opzichte van 2022:  

  • Fijn stof, stikstofdioxide en benzeen daalden met ongeveer 15 %. Roet (black carbon) daalde met iets meer dan 20 % en ammoniak met 25 %. 
  • PAK’s, vooral van gebouwenverwarming met hout, namen het sterkst af. Benzo(a)pyreen, de belangrijkste PAK, nam gemiddeld over alle meetplaatsen met 55 % af. 

Waar de energiecrisis in 2022 nog duidelijke toenames veroorzaakte van stoffen gelinkt aan houtverbranding, zien we in 2023 een daling van bijna alle stoffen en in het bijzonder de stoffen gelinkt aan houtverbranding. Zowel de daling van de energieprijzen als het gunstig weer zorgden voor dalingen bij het overgrote deel van de vervuilende stoffen. In vergelijking met voorgaande jaren waren er in 2023 veel dagen met neerslag en weinig windstille dagen. Beide zijn gunstig voor de luchtkwaliteit: regen en wind leiden tot uitwassing en verdunning van luchtvervuiling. 

Terwijl de meeste stoffen verminderden, nam het ozonjaargemiddelde verder toe in 2023. Tijdens de warme junimaand van 2023 werd de informatiedrempel voor ozon op 4 dagen overschreden.  

Lokale hogere concentraties nabij bronnen 

Naast het opvolgen van de algemene luchtkwaliteit in Vlaanderen voert de VMM ook bijkomende gebiedsgerichte metingen uit voor stoffen als zware metalen, dioxines en PCB’s, VOS, PFAS, UFP... De trends voor deze stoffen variëren sterk naargelang de locaties. 

Zo meet de VMM sinds 2021 PFAS in zwevend stof en depositie nabij het bedrijf 3M en de Oosterweelwerken. Op één meetplaats nabij bewoning (Neerstraat in Zwijndrecht) lag het jaargemiddelde voor PFAS in lucht in 2023 boven de tijdelijke gezondheidskundige toetsingswaarde. Een droge periode met stevige noordoostenwind zorgde daar voor PFAS-verspreiding van de 3M-site. De extra maatregelen die genomen werden, resulteerden in een duidelijke afname van de vervuiling.  

In de omgeving van de luchthaven van Zaventem meet de VMM ultrafijn stof (UFP). De concentratie is hier hoger dan de UFP-concentratie gemeten in een stedelijke achtergrond (Borgerhout). Meer dan de helft van de UFP-daggemiddelden gemeten nabij de luchthaven liggen boven de daggemiddelde concentratie die de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) als hoog beschouwt. 

Belangrijke impact van luchtvervuiling op onze gezondheid 

Fijn stof, stikstofdioxide en ozon zijn de drie stoffen met de grootste gezondheidsimpact in Vlaanderen en leiden tot vroegtijdige sterfte. In 2023 waren er naar schatting ongeveer: 

  • 3500 vroegtijdige sterfgevallen door fijn stof (PM2,5)  
  • 1600 vroegtijdige sterfgevallen door ozon(O3) 
  • 800 vroegtijdige sterfgevallen door stikstofdioxide (NO2)  

Deze schattingen mag je niet zomaar optellen, want er kan voor een deel overlap zijn tussen vroegtijdige sterfgevallen die toegeschreven worden aan verschillende vervuilende stoffen. 

Volgens modelberekeningen en bij toetsing aan de WGO-advieswaarden worden alle Vlamingen blootgesteld aan te veel fijn stof (PM2,5) en ozon en bijna alle Vlamingen aan te veel stikstofdioxide. Kijken we naar de modelkaart, dan zien we de hoogste gemodelleerde NO2-jaargemiddelden in steden, in industriële gebieden en nabij druk wegverkeer (tot 35 µg/m³). Het laagste NO2-jaargemiddelde werd gemeten in een natuurgebied (5 µg/m³).  

De eerste belangrijke stap om de gezondheidsdoelstellingen op lange termijn te behalen is de uitvoering van de maatregelen uit het Vlaams luchtbeleidsplan. De Vlaamse Overheid wil met dit plan op middellange termijn (2030) de gezondheidsimpact halveren en op lange termijn (2050) de WGO-advieswaarden respecteren. Het tweede voortgangsrapport geeft een stand van zaken. Daarnaast bevatten gebiedsgerichte actieplannen maatregelen om lokaal de luchtkwaliteit te verbeteren. 

Ook landbouw en natuur lijden onder luchtvervuiling 

Door te veel ozon brengen landbouwgewassen minder op en groeien bossen minder snel. Verzuring en vermesting schaden de natuurlijke vegetatie. In 2023 ondervonden alle loofbossen en alle akkergronden een te hoge ozondosis. 

De stikstofdepositie was te hoog op 77 % van de oppervlakte natuur. Het doel uit het Luchtbeleidsplan ligt nog niet binnen bereik. Vooral veeteelt (ammoniakuitstoot) en wegverkeer (uitstoot stikstofdioxides) stoten stikstof uit. 

Om de biodiversiteit in stand te houden en de vegetatie te beschermen, moet de luchtkwaliteit verbeteren en stikstofdepositie verminderen. De maatregelen in het Luchtbeleidsplan in combinatie met die uit het stikstofdecreet zijn nodig om de doelen te realiseren.  

Toetsing luchtkwaliteit 2023 aan normen EU en Wereldgezondheidsorganisatie 

De Europese regelgeving (die naast gezondheidseffecten ook rekening houdt met economische en technische haalbaarheid), wordt op veel plaatsen in Vlaanderen gerespecteerd. Enkele stoffen zijn nog niet volledig in orde met de EU-normen: 

  • Voor ozon worden de langetermijndoelstellingen overal overschreden.  
  • Ammoniak overschrijdt het kritieke niveau voor de vegetatie op bijna de helft van de meetplaatsen. 
  • Voor arseen noteren we op twee van de drie meetplaatsen in de omgeving van Hoboken concentraties boven de Europese streefwaarde. 

De Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) baseert haar advieswaarden alleen op gezondheidseffecten en is hierdoor meestal strenger dan de Europese regelgeving.  Voor fijn stof, stikstofdioxide en ozon overschrijden we de WGO-advieswaarden op bijna alle meetplaatsen. In het Vlaams luchtbeleidsplan is het voldoen aan de WGO-advieswaarden een langetermijndoelstelling (2050).   

Raadpleeg hier de tabellen met een overzicht van de toetsing van de meetwaarden aan de EU grens- en streefwaarden en de WGO-advieswaarden. 

Strengere normen op komst 

De Europese Commissie lanceerde in oktober 2022 een voorstel voor herziening van de richtlijnen Luchtkwaliteit. Na onderhandelingen tussen het Europese Parlement en de lidstaten werd onder Belgische voorzitterschap van de raad van de Europese Unie in februari 2024 een akkoord bereikt over een aangepaste versie van dit voorstel. Er wordt verwacht dat het goedkeuringsproces ten laatste in november 2024 volledig rond is en de nieuwe richtlijn van kracht wordt. De meeste grenswaarden worden vanaf 2030 verstrengd en de meeste streefwaarden (behalve voor ozon) worden grenswaarden.

Nieuwe behuizing meetstations

De VMM meet in heel Vlaanderen de luchtkwaliteit. Hiervoor heeft de VMM op zo’n 80-tal locaties meetcabines staan waarin automatische toestellen staan die bijvoorbeeld fijn stof of stikstofdioxide (NO2) meten. Het luchtmeetnet werd opgericht eind jaren ’70. Sommige meetcabines zijn ondertussen echt verouderd en aan vervanging toe. Om kwaliteitsvolle en betrouwbare cijfers van de luchtkwaliteit te behouden in de toekomst, werden dit jaar een eerste reeks van 7 meetcabines vervangen. Ook de komende jaren is een verdere vernieuwing van het meetnet gewenst, zodat de VMM ook de komende decennia de luchtkwaliteit kan blijven bewaken.