
Klimaatbestendig inrichten in de praktijk
In Neerpelt groeide de bezorgdheid over wateroverlast, in Mechelen kampten ze met hittestress. Beide locaties kregen een grondige make-over. Daarvoor krijgen ze het label ‘Klimaatbestendig Project’.
De klimaatuitdaging in Vlaanderen is tastbaar geworden. Hittegolven, wateroverlast en droogte zetten druk op het sterk verhard openbaar domein. Steden en gemeenten staan voor de uitdaging om zich aan te passen aan de gevolgen van de klimaatverandering. Om hen hierbij te ondersteunen, reikt de VMM het label ‘Klimaatbestendig project’ uit in samenwerking met de Vereniging Voor Openbaar Groen (VVOG). Groenprojecten die een concreet antwoord bieden op de toenemende hitte, droogte en wateroverlast komen hiervoor in aanmerking. Vertegenwoordigers van de gemeente Pelt en stad Mechelen vertellen hoe je met een doordachte aanpak het verschil maakt.
Pelt: van parking naar multifunctioneel plein
Waar vroeger auto’s domineerden, vind je vandaag een groenblauw plein dat leeft. Het Marktplein in Neerpelt onderging een ingrijpende metamorfose: minder verharding, meer groen en regenwaterbuffering. Het resultaat is een plek waar ontmoeting, handel en klimaatadaptatie hand in hand gaan.
“Het was één grote stenen vlakte,” vertelt Raf Theuwis, adviseur wegen en mobiliteit bij de gemeente Pelt, “we wilden er weer een plek van maken waar mensen graag zijn: een plein dat leeft én het water vasthoudt.”
Van een stenen vlakte naar een plek waar mensen graag zijn. Een plein dat leeft én het water vasthoudt
Vóór de herinrichting was het Marktplein vooral een verouderde parking met veel conflictpunten tussen auto’s en zwakke weggebruikers. Tegelijkertijd lag het plein in een overstromingsgevoelig gebied, pal aan de Dommel. Dat vroeg een doordachte aanpak.
De gemeente startte in 2016 een participatietraject met bewoners, handelaars en marktkramers. “We hebben geluisterd naar alle noden en wensen,” legt Theuwis uit, “Iedereen wilde een gezellige plek met groen, maar ook ruimte voor evenementen en om te parkeren. Dat was soms tegenstrijdig, maar door samen te werken, vonden we een evenwicht.”
Het Marktplein kreeg een totaal nieuwe inrichting die inspeelt op klimaatuitdagingen. Hier gaf collega Arne Ferket input in de plannen van het Marktplein met de cijfers en kaarten uit het Klimaatportaal. Zo berekende hij bijvoorbeeld de klimaatadaptatiescore van het ontwerp aan de hand van de PROJECT-tool. Ook werd er gekeken naar de kwetsbaarheid van het projectgebied met de IMPACT-tool. Die toonde aan dat er voor hitte, droogte en wateroverlast een significante impact verwacht kan worden. Dit benadrukt de noodzaak van deze heraanleg. De grote wadi’s zorgen voor regenwaterbuffering en -infiltratie ene vullen ook het grondwaterpeil aan. Regenwater voedt de nieuwe fontein op het plein, waardoor water niet alleen functioneel maar ook leuk is.
De parking werd bewust kleiner maar functioneler. Onder de rijbaan liggen poreuze betonbuizen waardoor regenwater eerst zoveel mogelijk kan infiltreren, waarna het vertraagd wordt afgevoerd. Deze ondergrondse structuur voldoet aan de Hemelwaterverordening en werkt samen met de groene wadi’s op het plein.
“De komvormige parkeerzone kan bij extreme regenval tijdelijk onderlopen en tot 10 cm water bufferen,” zegt Theuwis, “dat volume wordt meegerekend in de totale buffercapaciteit. Daarmee speelt het plein zichtbaar en onzichtbaar in op de gevolgen van klimaatverandering. De aanleg onderstreept het belang van ontharding.”
Vóór de herinrichting waren er 116 parkeerplaatsen, nu nog 54 in een blauwe zone. “Uit tellingen bleek dat de bezettingsgraad maar 51% was,” weet Theuwis, “we kozen bewust voor minder parkeerplaatsen, maar met een systeem dat kort parkeren voor lokale handel stimuleert. Routebegeleiding vermindert zoekverkeer en verhoogt de veiligheid.”
De reacties zijn positief. “We horen soms dat er nog meer groen mag komen. Dat is een mooi signaal,” vindt Theuwis, “dat komt vanzelf als de bomen en planten verder groeien.” Het succes van het Marktplein smaakt naar meer: ook het Kerkplein krijgt een klimaatbestendige inrichting. Onze collega’s werken samen met Pelt om de Dommel en de rest van het plein weerbaar en leefbaar te maken voor de toekomst. Ook werkten we aan extra belevingswaarde en een ecologische meerwaarde (migratie aan de hand van ecopassages onder de bestaande bruggen). De Dommel kreeg door projectingenieur Kris Geuens en collega’s een nieuwe bocht en winterbedding. Lokale adviseur klimaatadaptatie Arne Ferket zat mee rond de tafel om samen aan de groenblauwe inrichting van het plein te werken. Hij gebruikte de PROJECT-tool om de klimaatbestendigheid van het ontwerp af te toetsen. Zo zorgt de VMM als oplossingsgerichte partner samen met Pelt voor impact op het terrein.
Mechelen: van hitte-eiland naar klimaatbestendige straat
Ook in Mechelen liet de klimaatverandering zich al voelen. De Paardenkerkhofstraat, een nauwe, versteende straat, was tijdens warme zomers tot acht graden warmer dan de wijken errond. Een combinatie van verharding en weinig groen zorgde voor hittestress, met wateroverlast bij hevige regenbuien. Deze problematiek vormde de basis voor een grondige heraanleg.
“We wilden vertrekken vanuit een klimaatopgave,” knikt schepen Patrick Princen (Voor Mechelen), “hoe kunnen we verhitte straten afkoelen en tegelijkertijd water opvangen en de leefbaarheid verhogen? Dat moest concreet worden voor de mensen.”
Door te vertrekken vanuit een klimaatopgave, werd het concreter voor de mensen hoe we verhitte straten kunnen afkoelen, water opvangen en de leefbaarheid verhogen.
Het project ontstond uit een intensief samenwerkingstraject. De stad stuurde een interdisciplinair team aan en deed een beroep op wetenschappelijke expertise. Vanuit de VMM werden er tools en kennis aangereikt waarmee stad Mechelen aan de slag kon gaan en het locatiespecifieke effect van maatregelen in beeld kon brengen. De Universiteit Gent installeerde weerstations die essentiële klimaatdata registreerden. Bewoners kregen loggers om binnen en buiten de temperatuur te meten en deelden hun ervaringen met hittestress.
“Door de basis te leggen met data ging het vlotter om burgers te betrekken,” legt Princen uit, “het was goed om te voelen wat er in de straat leeft en samen tot het besef te komen: er moet hier iets gebeuren.”
Parallel liep er een participatieproces met buurtondersteuning. Anders dan klassieke bewonersvergaderingen koos het projectteam voor infomarkten: informele beurzen waar bewoners in kleine groepen hun vragen en ideeën konden uitwisselen met ontwerpers en de stad. “Zo kwamen niet alleen de mondigste aan bod, maar werd het gesprek toegankelijk voor alle doelgroepen,” weet Princen.
De heraanleg had één kernambitie: voorbereid zijn op de uitdagingen van klimaatverandering, zonder functies zoals parkeren, laden en lossen en veiligheid uit het oog te verliezen. In totaal verdween 800 m² verharding, waardoor er meer ruimte kwam voor groen. Er werden 45 nieuwe bomen geplant en tal van plantvakken toegevoegd om schaduw en verkoeling te bieden. De straat kreeg waterdoorlatende materialen en kasseien met open voegen, zodat regenwater kan infiltreren. Onder de bomen liggen boombunkers die regenwater bufferen en de wortels tijdens droge periodes van water voorzien. Daarnaast vangt een collectieve regenwaterput van 10.000 liter het schaarse regenwater op voor hergebruik. Zo werd de straat niet alleen groener en aangenamer, maar ook veel klimaatbestendiger.
De lange, droge zomer van 2025 vormde een extra uitdaging: zaden kiemden niet en een deel van de beplanting moest opnieuw worden aangelegd. Maar ondertussen zijn de eerste effecten zichtbaar. Bewoners ervaren een aangenamere leefomgeving, meer schaduw en verbeterde verkeersveiligheid. In 2026 volgen nieuwe metingen om de impact op het microklimaat en de leefbaarheid te evalueren.
Wat kunnen andere gemeenten leren?
Pelt en Mechelen kozen elk voor een andere aanpak, maar delen dezelfde ambitie: straten en pleinen klaarstomen voor een veranderend klimaat. Participatie en data sluiten elkaar niet uit. In Pelt leverden marktcafés en een kerngroep een gedragen ontwerp op. In Mechelen zorgden infomarkten voor laagdrempelige gesprekken, een aanpak die nu systematisch wordt toegepast.
“Ik waardeer de durf en ambitie van lokale besturen om het openbaar domein klimaatbestendig in te richten. Zij zijn een belangrijke partner voor de VMM, die we verder willen stimuleren en ondersteunen,” besluit Bernard De Potter, administrateur-generaal van de Vlaamse Milieumaatschappij.
De boodschap is helder: “klimaatbestendigheid begint niet bij techniek, maar bij samenwerking. Tussen beleidsdomeinen, tussen bestuur en burgers, en tussen groen en grijs. Streef een data-gedreven beleid na en handel vanuit een sterke visie en met duidelijke doelstellingen. Wie hitte, droogte en wateroverlast in beeld brengt, ziet waar ruimte moet ontstaan. Durf ambitieus te zijn en maak van elke straat een plek die leeft.” De VMM ondersteunt steden en gemeenten daarbij en zet daarvoor de lokale adviseurs klimaatadaptatie, de praktijkgids en de klimaatadaptatietools in.
Deze drie tools (IMPACT, PLAN & PROJECT) zijn gratis beschikbaar voor lokale besturen. Lokale adviseurs klimaatadaptatie van de VMM helpen besturen vertrouwd te raken met deze tools. Daarnaast geven de lokale adviseurs klimaatadaptatiegerichte ondersteuning bij beleidsvorming, plannen en projecten, altijd gratis en afgestemd op de specifieke noden van de gemeente. Geïnteresseerde lokale besturen kunnen contact opnemen via klimaatadviseurs@vmm.be.



