Grondwaterstand uitzonderlijk hoog na zeer natte lente, ook debieten zeer hoog
De zeer natte meimaand en lente beïnvloedt het grondwaterpeil: op 99% van de meetplaatsen registreert de VMM normale, hoge tot zeer hoge grondwaterstanden voor de tijd van het jaar. Een gelijkaardige nat begin van juni kwam sinds de eeuwwisseling nog niet voor. De 14-daags gemiddelde debieten stijgen in het oosten en dalen veelal in het westen van Vlaanderen.
Tweede natste lente sinds begin waarnemingen
De meimaand vat de lente van 2024 goed samen: zeer nat en somber. We beleefden de derde natste winter en tweede natste lente sinds het begin van de waarnemingen in 1833. Bovendien was deze lente het vijfde seizoen op rij met meer neerslag dan gemiddeld (KMI).
Uitzonderlijk hoge freatische grondwaterstanden na zeer natte winter en lente
De situatie zorgt voor uitzonderlijk hoge freatische grondwaterstanden voor de tijd van het jaar. Een gelijkaardige nat begin van juni kwam sinds de eeuwwisseling nog niet voor.
Op 4/6/2024 vertoonde 96% van de meetlocaties een hoge (21%) tot zeer hoge (75%) freatische grondwaterstand voor de tijd van het jaar. 3% vertoonde een normale, en 1% een zeer lage grondwaterstand.
Debieten blijven zeer hoog
In de oostelijke helft van Vlaanderen stijgen de debieten verder met uitschieters tot 200% tegenover vorige maand in de provincie Antwerpen. In de westelijke helft dalen de waarden.
Op 4 juni meten we op 89% meten we hoge (28%) tot zeer hoge (61%) 14-daags gemiddelde debieten voor de tijd van het jaar. Op 11% van de meetplaatsen worden normale waarden gemeten.