Grondwaterpeil blijft overwegend lager dan normaal
November was droger dan normaal met grote regionale neerslagverschillen. Dat weerspiegelt zich in de waterloopdebieten met een duidelijk contrast tussen het oosten en westen van Vlaanderen. Het grondwaterpeil blijft lager dan normaal voor de tijd van het jaar.
Deel online
Eerder droge november
Het KMI registreerde in november 88,8 mm neerslag in Ukkel ofwel 116% van de normale neerslaghoeveelheid (76,4 mm). Gemiddeld scoorde Vlaanderen echter droger dan normaal. Dat komt overeen met het VMM-pluviometernetwerk verspreid over Vlaanderen dat een gemiddelde van 68 mm ofwel 89% van het klimatologisch normaal registreert.
De gemeten neerslaghoeveelheden in november tonen grote regionale verschillen. In Niel bij Sint-Truiden (Limburg) viel 46% van wat normaal wordt verwacht. In Korbeek-Dijle (Vlaams-Brabant) werd 151% van de normale hoeveelheid opgetekend. De voorbije 3 maanden stellen de VMM-meetstations gemiddeld 98% van de normale neerslaghoeveelheid vast.
Voor wat betreft het droogtetoestand in Vlaanderen werd het beheerniveau op 17 november gewijzigd naar code groen (normaal beheer), alle droogtemaatregelen zijn afgebouwd. Meer over de droogtesituatie (17/11/25).
Aandeel lage grondwaterpeilen blijft overwegend groot
Onder invloed van de droogte sinds februari 2025 blijft de toestand van het freatische grondwater overwegend lager dan normaal voor de tijd van het jaar. Eind november is het aandeel lage tot zeer lage grondwaterstanden veel groter dan op hetzelfde tijdstip in 2023 en 2024. We zien eind november:
- 64% meetlocaties met lage tot zeer lage peilen;
- 22% meetlocaties met normale peilen;
- 14% meetlocaties met hoge tot zeer hoge peilen.
Een groot deel van de grondwatermeetputten is nu uitgerust met een live sensor die elke 4 uur data doorstuurt. Gecombineerd met de maandelijkse manuele meetmethode krijgen we een nog realistischer beeld van het grondwater in Vlaanderen.
Huidige grondwaterstandsveranderingen en relatieve situering van de huidige freatische grondwaterstand.
Regionaal neerslagverschil weerspiegelt in waterloopdebieten
De evolutie van de 14-daags gemiddelde debieten op de onbevaarbare waterlopen toont een sterke stijging op de meeste meetplaatsen in het westen van Vlaanderen t.o.v. begin november. In het oosten van Vlaanderen is het beeld dan weer sterk gevarieerd met meetlocaties waar de waarden sterk stegen maar ook gelijk bleven of zelfs daalden.
Algemeen stellen we in 68% van de meetstations normale waarden voor de tijd van het jaar vast. Vorige maand was dat 64%. 25% van de meetplaatsen vertonen lage tot zeer lage waterloopdebieten terwijl dat vorige maand maar 9% was. Het aandeel hoge tot zeer hoge debieten neemt af naar 7% (vorige maand: 27%).
Tegenover begin november zien we dus een status quo van de normale debieten en een duidelijke toename van de lage tot zeer lage debieten ten koste van de hoge tot zeer hoge debieten.
Blijf je graag op de hoogte?
We maken maandelijks voor jou een selectie van de belangrijkste nieuwsberichten op maat van de milieuprofessional.
Volg VMM op sociale media
