Burgersensoren vullen gaten op in officieel luchtmeetnet
De brand op het schietterrein in Brecht in april toonde aan dat low-cost burgersensoren een meerwaarde kunnen zijn bij het monitoren van de luchtkwaliteit.
Momenteel meet de VMM op ruim 40 plaatsen fijn stof in de lucht. Daarnaast meten ook meer dan 600 burgers fijn stof (PM2.5) in Vlaanderen via het sensor.community netwerk. Dit doen ze met zogenaamde ‘low-cost’ sensoren. Hoewel de meetwaarden van deze sensoren soms sterk afwijken van de officiële metingen bieden ze in sommige gevallen toch een meerwaarde.
low-cost fijnstofsensor bij het sensor.community-netwerk_vmm Die meerwaarde was heel duidelijk bij de grote brand op 23 april op het schietterrein in Brecht. De brand veroorzaakte door een vrij strakke noordoostenwind een grote, maar relatief smalle rookpluim die zich verspreidde in zuidwestelijke richting. De rookpluim zorgde al snel voor hoge fijnstofconcentraties op enkele Antwerpse meetplaatsen van de VMM. Daarna verdween de pluim een tijdje van de officiële luchtkwaliteitskaarten omdat ze zich letterlijk tussen de mazen van het meetnet bewoog. Via de burgersensoren konden we het pad van de rookpluim wel in real-time volgen en waarschuwden we ook collega’s in Noord-Frankrijk. Deze case toont duidelijk de meerwaarde van een burgernetwerk van luchtkwaliteitssensoren. Ook in het buitenland (bv. in de VS) worden burgersensoren al ingezet voor het volgen van de rook bij bosbranden. VMM bekijkt momenteel hoe de fijnmazige data van burgersensoren geïntegreerd kunnen worden in de officiële luchtkwaliteitskaarten en hoe dit soort burgermetingen ook bruikbaar kunnen zijn bij het uitsturen van waarschuwingen naar de bevolking en bij het ondersteunen van lokale besturen.
Officiële modelkaart van de fijnstofconcentraties (PM2.5) om 15.00 u, terwijl de pluim zich al voorbij Aalst bevond
Kaart met de metingen van de burgersensoren iets na 15.00 u
Satellietopname van de rookpluim om 19.45 u