Alle hens aan dek voor de paling

Het aantal paling is in veel Europese rivieren 100 keer kleiner dan in de jaren 80. Overbevissing, verontreiniging en belemmeringen van vismigratie in de rivieren zijn de grootste oorzaken. Daarom werd de Europese aal een beschermde soort en werden beheerplannen opgemaakt zodat ten minste 40% volwassen paling weer zou kunnen ontsnappen naar zee. De VMM doet heel wat inspanningen om de migratiebelemmeringen voor deze prioritaire soort weg te werken.

21 mei 2021

Deel online

facebookLinkedInTwitter

Van glasaal tot paling

De paling is een vis die opgroeit in zoet of brak water en zich heel diep in de Sargassozee voortplant. De nieuwe generatie glasaaltjes spoelt elk voorjaar via de golfstroom aan op de Europese kusten en is dan al twee jaar onderweg als larve. De glasaaltjes ondergaan nogmaals een metamorfose naar een nieuw levensstadium, krijgen pigment en worden aangetrokken tot het zoete water van de polder. Deze aaltjes kunnen de rivieren niet binnenzwemmen omdat er geen getijdenwerking meer is door uitwateringsconstructies. Die verpompen ofwel alle water naar zee of zijn bij hoog tij gesloten.

Omgekeerd spuibeheer en palinggoten

Om ervoor te zorgen dat palingen het land weer kunnen binnenzwemmen, wordt nu op veel locaties aan omgekeerd spuibeheer gedaan. De schuiven worden 10 cm geopend wanneer de zee en het polderpeil ongeveer even hoog staan. Hierdoor wordt een kleine hoeveelheid zeewater binnengelaten. Vier keer per 24 uur staan de zeedeuren ongeveer een half uur op een kier zodat de glasaal kan binnenzwemmen. Dat gebeurt o.a. op de Noordede.

Op locaties waar gemalen of terugslagkleppen zijn, worden palinggoten geïnstalleerd. Die goten hebben borstelharen waar continu een lokstroom van zoeter polderwater over stroomt. De glasaal proeft dit water van ver, kruipt tot bovenaan de goot en valt in een emmer. Die wordt overgezet in de polderwaterlopen. We installeerden zo’n palinggoten aan de Grote beverdijk, Gauwelozekreek, Provinciegeleed en Zuidgeleed.

Visvriendelijk en veilig weer naar zee

Als de paling voldoende vet in zijn vlees heeft opgeslagen en hij klaar is voor de terugreis naar zijn geboortegrond, dan wordt hij een schieraal. In traditionele pompgemalen overleven deze schieralen hun reis naar zee niet. Daarom investeerde de VMM de voorbije jaren in visvriendelijke pompgemalen aan het Zwin (Knokke), aan het Caemerlinckx-complex (Oostende), op de Engelendelft (Woumen), aan de Oude Kale (Vinderhoute), aan Rode Weel en op het Groot Schijn (Antwerpen). Het is bewezen dat de schade aan de paling met deze pompgemalen sterk beperkt kan worden. Volgens de prioriteringlijst in het palingbeheerplan moeten we nog voor 4 pompgemalen van de VMM een visvriendelijke oplossing zoeken. In samenwerking met ANB en het visserijfonds onderzoeken we hoe deze pompgemalen de komende jaren gesaneerd kunnen worden.