- De bedrijven waren in 2021 verantwoordelijk voor 14% van de netto-emissies van het biochemisch zuurstofverbruik (BZV) en 28% de netto-emissie van het chemisch zuurstofverbruik (CZV).
Het zijn vaak dezelfde deelsectoren die een belangrijk aandeel hebben in de emissies van zuurstofbindende stoffen (2021):
- voeding: van 20% (netto-emissies CZV) tot 47% (bruto-emissies BZV);
- handel & diensten: van 10% (netto-emissies CZV) tot 28% (bruto-emissies BZV);
- chemie: van 9% (bruto-emissies BZV) tot 32% (netto-emissies CZV).
- Voor voeding en handel & diensten geldt dat het aandeel in de netto-emissies veel kleiner is dan in de bruto-emissies. De verhouding tussen bruto- en netto-emissies is voor deze deelsectoren ook duidelijk groter dan voor de chemie. Dat komt omdat bedrijven uit de deelsectoren voeding en handel & diensten vaker lozen in een riolering die is aangesloten op een openbare waterzuiveringsinstallatie.
Emissies van zuurstofbindende stoffen naar oppervlaktewater door bedrijven
Toestand, grafieken en evolutie doorheen de jaren
In het kort
- Nadat organische stoffen in het oppervlaktewater terecht zijn gekomen, worden ze afgebroken. Bij dat proces wordt zuurstof aan het water onttrokken. Voldoende opgeloste zuurstof in het water is een belangrijke voorwaarde voor een divers ecosysteem.
- Bruto-emissies zijn lozingen ter hoogte van het bedrijfsterrein. Netto-emissies houden rekening met eventuele zuivering op een openbare rioolwaterzuiveringsinstallatie.
- De emissies van zuurstofbindende stoffen door bedrijven zijn gedaald.