Bij te hoge concentraties kunnen gevaarlijke stoffen giftig worden voor waterorganismen. Een deel van die stoffen kan ook hormoonverstorend werken. Sommige stoffen stapelen zich op in waterorganismen. Daarom worden metingen gedaan in het water zelf en in vissen.
Van de zware metalen overschrijdt kobalt het vaakst de milieukwaliteitsnorm in oppervlaktewater. In 2019 werd op 52 % van de meetplaatsen een normoverschrijding vastgesteld. Op alle meetplaatsen werd in de periode 2019-2021 een overschrijding van de milieukwaliteitsnorm voor kwik in vissen gemeten.
Over het algemeen vertonen de pesticiden in het oppervlaktewater een gunstige evolutie. Enkele pesticiden komen toch nog heel vaak in te hoge concentraties in het oppervlaktewater voor. Zo overschrijdt het insecticide imidacloprid in 62 % van de meetplaatsen de norm in 2022. Het insecticide heptachloorepoxide kwam op alle meetplaatsen in te hoge concentraties in vis voor in de periode 2019-2021.
Andere gevaarlijke stoffen die op minstens de helft van de meetplaatsen in oppervlaktewater of in vis een overschrijding van de norm laten optekenen in de periode 2019-2021:
- Gebromeerde difenylethers (vlamvertrager)
- PFOS (vuil-, water- en olieafstotende materialen)
- Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s, ontstaan door onvolledige verbranding)
Vaak zijn de bronnen van deze stoffen divers en niet altijd goed gekend. Meer over de verspreiding van deze stoffen lees je in de Inventaris prioritaire stoffen.