Voor 2019 gelden volgende vaststellingen.
- Kobalt: normoverschrijdingen in 52 % van de waterlichamen, het hoge percentage bij kobalt heeft o.a. te maken met de aanwezigheid van kobalt in veevoeder en dus in mest, én de aanvoer vanuit grondwater.
- Uranium: normoverschrijdingen in 26 % van de waterlichamen, het is van nature aanwezig in rotsen en in de bodem. Uranium komt hoofdzakelijk in het milieu terecht via mijnbouw, de verbranding van steenkool en het gebruik van kunstmest.
- Arseen: normoverschrijdingen in 18 % van de waterlichamen, te hoge arseenconcentraties komen vooral voor in de kuststreek en hebben waarschijnlijk een natuurlijke oorsprong door de aanvoer van arseenrijk grondwater.
- Zink: normoverschrijdingen in 10 % van de waterlichamen, infrastructuur (meer bepaald corrosie gebouwen) is de belangrijkste bron van zink, ook atmosferische depositie is een belangrijke bron.
- Voor boor is er in 6 % van de Vlaamse waterlichamen een overschrijding van de norm. Voor de overige metalen bedraagt het overschrijdingspercentage minder dan 5 %.
Atmosferische depositie en bodemerosie hebben de belangrijkste aandelen in de netto-emissies van zware metalen naar oppervlaktewater