Voor 2023 gelden volgende vaststellingen.
- Kobalt: normoverschrijdingen in 49% van de getoetste waterlichamen, de belangrijkste bronnen zijn grondwater, bodemerosie, depositie vanuit de lucht, industrie en landbouw.
- Uranium: normoverschrijdingen in 30% van de getoetste waterlichamen, het is van nature aanwezig in rotsen en in de bodem. Uranium komt of kwam hoofdzakelijk in het milieu terecht via de verbranding van steenkool en het gebruik van kunstmest. Zeewater kan lokaal ook een invloed hebben.
- Arseen: normoverschrijdingen in 14 % van de getoetste waterlichamen, te hoge arseenconcentraties komen vooral voor in de kuststreek en hebben waarschijnlijk een natuurlijke oorsprong door de aanvoer van arseenrijk grondwater.
Atmosferische depositie en bodemerosie hebben de belangrijkste aandelen in de netto-emissies van zware metalen naar oppervlaktewater.
Hoewel er voor kwik amper normoverschrijdingen in het oppervlaktewater genoteerd worden, blijft het een belangrijk aandachtspunt omdat de norm voor de aanwezigheid van kwik in waterorganismen op alle meetplaatsen overschreden werd in de periode 2019-2021.