De zuurstofhuishouding van de Vlaamse oppervlaktewaterlichamen is verbeterd in vergelijking met 2007.
- De gemiddelde zuurstofconcentratie nam toe van 7,5 mg/l in 2007 tot 8,1 mg/l in 2023. Ook de CZV-concentraties verbeterden.
- In 2007 voldeed 38% van de Vlaamse waterlichamen aan de norm voor opgeloste zuurstof, in 2023 was dat 53%. Voor CZV was er een toename van 18 naar 44%.
- Er zijn ook duidelijk meer meetplaatsen met een gunstige trend (periode 2014-2023) voor chemisch zuurstofverbruik (24%) dan een ongunstige trend (5%), voor zuurstof is dat verschil veel kleiner (18 tegenover 17%).
De verdere uitbouw van de openbare waterzuivering en de inspanningen van de bedrijven hebben bijgedragen aan die gunstige evoluties.
De verbeteringen vonden echter vooral plaats in de periode 2007-2013, daarna vlakten de trends duidelijk af. Voor opgeloste zuurstof is er zelfs helemaal geen verbetering meer opgetreden.
Naast de minder snelle uitbouw van de openbare waterzuivering gedurende de laatste jaren hebben de extreme weersomstandigheden van de laatste jaren een belangrijke invloed gehad:
- De opeenvolging van extreme droogteperiodes tussen 2018-2020 en in 2022 zorgde voor een lagere verdunning van de vuilvrachten in de waterlopen en dus ook voor lagere zuurstofconcentraties. Warmer water kan ook minder zuurstof bevatten.
- In 2021 viel dan weer bijzonder veel neerslag wat de zuivering van het huishoudelijk afvalwater bemoeilijkt. Een groter deel van de vuilvracht komt dan immers via overstorten rechtstreeks in het oppervlaktewater terecht en de vuilvracht die toekomt op de RWZI’s is dan meer verdund.
- De “waterbom” van midden juli 2021 heeft vooral in het Demerbekken tijdelijk en lokaal gezorgd voor uitzonderlijk lage zuurstofconcentraties door een combinatie van het overstorten van ongezuiverd rioolwater en de afbraak van afgestorven organisch materiaal in de overstroomde gebieden en wachtbekkens.
De evoluties voor CZV zijn de laatste jaren gunstiger dan die voor opgeloste zuurstof. Dat illustreert dat de CZV-concentraties een directer verband hebben met de (dalende) lozingen van zuurstofbindende stoffen dan de zuurstofconcentraties, die ook sterk afhankelijk zijn van de weersomstandigheden en de biologische activiteit in de waterlopen.