Het totale volume water dat een waterloop afvoert, bestaat uit:
- Directe run-off of oppervlakkige afvoer: dit is de directe reactie van het stroomgebied op een regenbui. Over het algemeen bereikt het deel van de neerslag dat oppervlakkig afstroomt na enkele uren of dagen de waterloop.
- De basisafvoer: het deel van de totale afvoer dat veel trager reageert op de neerslag en voor een groot deel via het grondwater de waterloop bereikt.
De jaardebieten gaan telkens van 1 oktober van dat jaar tot en met 30 september van het volgende jaar. In het jaardebiet van 2017 zitten dus ook de afgevoerde debieten in de zomer van 2018.
Via verschillende analyses gaan we op zoek naar de mogelijke effecten van klimaatverandering en toenemende verharding. De toenemende verharding zou kunnen leiden tot een lager basisdebiet en een hogere oppervlakkige afvoer. ‘Verharding’ slaat hier niet alleen op de ondoordringbare oppervlakte en bijhorende riolering, maar ook op bodemverdichting en drainage van landbouwgronden.
Trendanalyse gemiddelde afvoer en neerslag
Over de invloed van de klimaatverandering kan je op basis van deze cijfers nog geen harde conclusies trekken. De gemiddelde afgevoerde debieten en de gemiddelde neerslag vertonen in de jaren 90 een lichte stijging waarna ze dalen. Maar de meetreeksen zijn nog te kort om een mogelijk effect van de klimaatverandering zichtbaar te maken.
Voor de neerslag en de verdamping zijn er wel lange meetreeksen beschikbaar voor Ukkel. Over de periode 1833-2018 vertoont de neerslag een lichte toename die zich de laatste jaren niet heeft doorgezet. Wel zeer uitgesproken is het effect van de klimaatverandering op de potentiële evapotranspiratie, een maat voor de verdamping. Die is sinds de jaren ’80 duidelijk en aanzienlijk gestegen.
De trendanalyse van de gemiddelde afvoeren wijzen in de richting van de invloed van de toenemende verharding:
- De trendlijn voor de gemiddelde oppervlakkige afvoer ligt in 2017 iets hoger dan in 1990, terwijl de trendlijn voor het gemiddelde basisdebiet iets lager ligt.
- Het basisdebiet als percentage van de neerslag vertoont sinds 1990 quasi geen evolutie terwijl het percentage dat via oppervlakkige afvoer wordt afgevoerd, gestegen is sinds 1990.
Hoe groot het effect van de toenemende verharding is, kan nog niet aangegeven worden.
Trendanalyse afvoer en neerslag per meetstation
De afgevoerde debieten vertonen op 40 tot 50% van de meetstations een significante daling in de periode 2000-2017 (inclusief de zomer van 2018). Dit geldt, zowel voor totale afvoer, basisafvoer als oppervlakkige afvoer als voor neerslag. De neerslaghoeveelheden lagen rond de eeuwwisseling dan ook relatief hoog terwijl ze de laatste jaren duidelijk aan de lage kant lagen. De hoge temperaturen van de laatste jaren zorgden ook voor een hogere verdamping waardoor het effect van de lage neerslag nog versterkt werd.
Trendanalyse afvoer en neerslag per maand
De trendanalyse van de afgevoerde debieten per maand toont dat er van juni naar oktober toe steeds meer stations zijn die een significante daling van de afvoer vertonen. De oorzaak moet wellicht vooral gezocht worden in de droge en warme zomers van 2017 en 2018, waar het effect steeds meer cumuleert in de loop van juni tot en met oktober.