Welke criteria gelden voor peilbesluiten in prioritaire gebieden?
De minister bepaalt de gebieden en houdt daarbij rekening met de volgende criteria:
- De aanwezigheid van regelbare constructies;
- Het belang van peilbeheer voor doelstellingen van het integraal waterbeleid en het natuurbeleid;
- Het belang van peilbeheer voor milieu, natuur, landschap, economie, landbouw en waterveiligheid in een gebied;
- De vaststelling van verdroging en het risico op waterschaarste in een gebied.
Zijn er voorwaarden voor de samenstelling van overlegorganen die tot een peilbesluit moeten komen?
Om een goed peilbesluit voor te bereiden, is inspraak door alle betrokken actoren cruciaal. Het is daarom belangrijk om hen mee te betrekken in die overlegorganen. Er gelden geen specifieke voorwaarden voor de samenstelling van overlegorganen.
Wat als er te weinig kennis van een gebied aanwezig is?
Met onvoldoende kennis over de peilen in een gebied kom je niet tot goede peilafspraken en dus niet tot een goed onderbouwd peilbesluit. In gebieden met weinig kennis is informatieverzameling de aangewezen eerste stap.
Niet in alle gebieden is er voldoende kennis beschikbaar om tot een goed onderbouwd peilbesluit op korte termijn te komen. In die gebieden zijn initiatieven rond kennisopbouw (bv. plaatsen van peilmeters) belangrijk. Op gemotiveerde wijze kan een termijnverlenging aan de minister gevraagd worden.