erbranden in open lucht van welke stoffen dan ook is voor iedereen verboden. Er zijn wel een beperkt aantal uitzonderingen, zoals bij kampvuur of in een sfeerverwarmer.
De Vlaamse milieuwetgeving (VLAREM) is duidelijk: het verbranden in open lucht van welke stoffen dan ook is voor iedereen verboden. Het verbod geldt niet alleen voor het verbranden van afval zoals papier, plastic, piepschuim, autobanden en andere rommel, maar ook voor het verbranden van biomassa-afval zoals gft, houtafval en groenresten.
Er zijn wel enkele specifieke uitzonderingen. Enkel in volgende gevallen is verbranding in open lucht nog toegelaten:
- het verbranden van droog onbehandeld hout bij het maken van een kampvuur;
- het verbranden van droog onbehandeld hout of een vaste fossiele brandstof in een sfeerverwarmer (vuurkorf, vuurschaal);
- het verbranden van droog brandbaar materiaal, met uitzondering van afvalstoffen, droog onbehandeld hout en onversierde kerstbomen in het kader van folkloristische evenementen. Die activiteit mag pas plaatsvinden als de gemeentelijke overheid schriftelijke toestemming heeft gegeven en de activiteit op een afstand van meer dan 100 meter van bewoning plaatsvindt;
- de verbranding in open lucht, met uitzondering van afvalstoffen, in het kader van blusoefeningen, uitgevoerd door de brandweer van een gemeente, regio of bedrijf of door de civiele bescherming.
- het maken van vuur in open lucht in bos- en natuurgebieden, als beheermaatregel wanneer afvoer of verwerking ter plaatse van het biomassa-afval niet mogelijk is. Die activiteit mag pas plaatsvinden als de gemeentelijke overheid schriftelijke toestemming heeft gegeven of als die activiteit als beheermaatregel is opgenomen in een goedgekeurd beheerplan of vergund door het Agentschap voor Natuur en Bos zoals voorzien in het Bosdecreet en het decreet Natuurbehoud;
- de verbranding in open lucht van plantaardige afvalstoffen die afkomstig zijn van eigen bedrijfslandbouwkundige werkzaamheden, als afvoer of verwerking ter plaatse van het biomassa-afval niet mogelijk is;
- de verbranding in open lucht van plantaardige afvalstoffen die afkomstig zijn van het onderhoud van landschapselementen, als afvoer of verwerking ter plaatse van het biomassa-afval niet mogelijk is;
- de verbranding in open lucht van plantaardige afvalstoffen als dat vanuit fytosanitair oogpunt noodzakelijk is;
- het verbranden van dierlijk afval, in overeenstemming met de bepalingen, vermeld in artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013 betreffende dierlijke bijproducten en afgewerkte producten. Die activiteit mag pas plaatsvinden met schriftelijke toestemming van de toezichthouder.