Grote tuin
Voortuin
Situatie:
De oprit is samen met de hele voortuin verhard. Er staan onkruiden tussen de stoeptegels tegen de gevel en op de oprit zijn enkel de bandensporen vrij van planten.
Hoe komt dat?
Tegen de gevel wordt er nooit gewandeld. Ongewenste planten kunnen er in spleten en in open voegen groeien.
Oplossing:
Hoe minder je verhardt hoe minder oppervlakte om proper te houden. Waar je de verharding niet gebruikt leg je beter een stukje groen aan zoals een zonne- of schaduwborder. Zie zonneborder en schaduwborder.
Bij een oprit in klinkers is het heel wat werk om de voegen vrij te houden van plantjes en mos. Je kan kiezen voor een verharding waarbij het de bedoeling is dat er hier en daar groen doorschiet. Bijvoorbeeld een oprit in grastegels of een oprit waar alleen de bandensporen verhard zijn. Zo heb je zelf minder werk om voegen proper te houden en bovendien kan water infiltreren zodat bij een stevige regenbui de waterafvoer niet overbelast wordt. Je hoeft alleen maar het gras te maaien.
Als je verharding in halfschaduw ligt, dan zijn grasbetontegels geen goede keuze. Kies dan voor lange (beton)tegels met brede voegen waartussen je Kruipend zenegroen (Ajuga reptans) laat groeien.
Kijk op onze bestrijdingswijzer voor meer informatie.
Paadje langs het huis
Situatie:
Het kiezelpad vult de hele breedte van de gevel tot de afscheiding. Alleen in het midden is nog een paadje open waar geen planten de kop opsteken.
Hoe komt dat?
Langs de scheiding en de muur wandel je niet dus daar kunnen planten goed groeien.
Oplossing:
Verwijder groene aanslag door regelmatig te harken. Kijk op onze bestrijdingswijzer voor meer informatie.
Een paadje van een meter breed is voldoende voor een voetganger. Laat het pad niet tegen de gevel of afsluiting aansluiten want dan verlies je een stuk waar je op kan wandelen. Tegen de muur kan je een klimplant zetten of een lage beplanting. De afsluiting kan je afschermen met een haag of een schaduwminnende klimplant, als er genoeg plek voor is.
Terras
Situatie:
Er is veel groene aanslag op het terras en aan de randen groeien er allerlei planten tussen de voegen.
Hoe komt dat?
Dit terras is te groot. Een heel stuk ervan wordt maar zelden gebruikt. Op plekken waar je niet komt, zoals tegen de gevel of in de verste hoeken, groeien planten tussen de voegen. Als het terras in de schaduw ligt en geen water doorlaat, duiken er snel algen en mos op.
Oplossing:
Stevig borstelen verwijdert jonge plantjes. Herhaal dit regelmatig want een volwassen plant kan je niet meer weg borstelen. Met een onkruidbrander (in de handel te koop) kan je het ongewenste kruid bestrijden door het een temperatuurshock geven. Grote sterke planten worden het best met een mesje uitgestoken. Speciaal voor voegen gebruik je best een voegenkrabben of een voegenmes
Kijk op onze bestrijdingswijzer voor meer informatie.
Dit terras is goed van formaat. Er wordt overal gewandeld en dus krijgen planten tussen de tegels weinig kans. Langs de randen staan planten want daar is geen verharding nodig. Kies voor een verharding die je makkelijk kan onderhouden. Zo bezorg je jezelf minder werk.
Water moet niet meer afgevoerd te worden via een putje. Het terras helt af naar de beplanting of het gazon.
Paadje van terras naar compostvat en tuinhuis
Situatie:
Een volledig verhard pad in dolomiet met een kantopsluiting wordt door het gazon overwoekerd.
Hoe komt dat?
Je wandelt nooit in rechte hoeken.Daardoor duikt er nogal wat spontane plantengroei op in de hoeken van het pad en tegen de kantopsluiting.
Oplossing:
Vind je de groene aanslag maar niets dan verwijder je die het best door het bovenste laagje van je verharding om te harken. Sterk uitgegroeid onkruid steek je het best met een mesje uit of trek je uit. Met een onkruidbrander (in de handel te koop) kan je onkruid bestrijden door het een temperatuurshock te geven.
Kijk op onze bestrijdingswijzer voor meer informatie.
Een pad met grote stapstenen vraagt niet zoveel onderhoud. De stenen liggen even uit elkaar, het is de bedoeling dat het gazon tussen de tegels doorloopt. De stapstenen liggen op maainiveau. Je kan er dus gewoon overheen met de grasmaaier. Leg het pad daar waar je altijd wandelt, dan zal je ook niet snel last hebben van mossen op de tegels omdat je overal op het pad wandelt.
Bomen en onderbegroeiing
Situatie:
Onder de boom vind je een stuk gazon met kale plekken of mos.
Hoe komt dat?
De grond is eerder droog doordat het bladerdek veel regen weghoudt en er is behoorlijk wat schaduw. Niet de ideale omstandigheden om een mooi gazon te laten groeien.
Oplossing:
Een gazon onder een boom zal niet goed lukken maar zoals in een bos, kunnen er onder bomen heel wat planten groeien. Onder de boomkruin kunnen schaduwminnende planten een mooie, dichte border vormen. De beplanting is aangepast aan halfschaduw van boom:
- Voorjaarsbolgewassen vb bosanemoon (Anemone nemerosa) en gele anemoon (Anemona ranunculoides)
- Fraaie vrouwenmantel (Alchemilla mollis)
- Schaduw: Rotsooievaarsbek (Geranium macrorrhizum)
Zo ook een trampoline
Situatie:
Onder de trampoline in de tuin verdwijnt het gazon langzaam.
Hoe komt dat?
Er is te weinig licht en het gras groeit niet goed. Bemesten en mossen verwijderen helpen niet veel want het grote probleem blijft te weinig licht.
Oplossing:
We houden rekening met de groeiomstandigheden onder de trampoline. Als je trampoline altijd op dezelfde plek blijft staan kan je het gazon eronder beter vervangen door niet al te hoge, schaduwminnende planten. Een goede bodembedekker daarvoor is bijvoorbeeld de rotsooievaarsbek (Geranium macrorrhizum)
Haag
Situatie:
De volledige achtertuin heeft een geschoren haag van eenzelfde plantensoort als scheiding met de buren. De haag aan de zuidkant werpt schaduw op het gazon. Een haag die volledig uit één soort bestaat, kan gemakkelijk aangetast worden door ziekte.
Hoe komt dat?
De haag aan de zuidkant werpt schaduw op het gazon. Hierdoor groeit het gazon niet goed.
Hagen zijn een goede scheidingsmuur, maar wanneer er een ziekte opduikt dan kan ze de hele haag besmetten.
Oplossing:
Een gemengde haag (2 of meer soorten door elkaar) die breder is onderaan dan bovenaan, met een hoogte van ongeveer 2 meter.
Een haag kan op veel manieren ingevuld worden.
- In de zon kan je kleinfruit gebruiken als haag. Je hebt minder privacy dan met een echte haag, maar achteraan in de tuin kan dat prima.
- Een deel van de haag is vervangen door een struikengordel of een heg.
- Scheer je haag onderaan iets breder dan bovenaan, dan krijgt de onderkant ook licht en wordt die niet kaal. Kies voor een gemengde haag. Variatie verkleint de kans op ziekten.
- In geval van een gemengde haag, kies dan soorten met gelijkaardige groeikracht.
- ofwel allemaal trage groeiers (beuk en hulst)
- ofwel allemaal snelle groeiers (eenstijlige meidoorn en wilde liguster).
Zonneborder
Situatie:
Voor de haag is er een bloemenperkje aangelegd met bloemen die ver van elkaar geplant zijn. De bodem is netjes geharkt. Maar de natuur laat nooit een stukje bodem onbedekt voor lange tijd.
Hoe komt dat?
Als je harkt moet je dat volhouden. Het is eenvoudiger om de bodem zelf volledig te beplanten zodat ongewenste planten minder ruimte vinden om te kiemen en te groeien. Veel perkplanten zijn ook gevoelig voor schimmels en ziektes.
Oplossing:
Een zonneborder met vaste planten bedekt op termijn de bodem. De vaste planten kunnen uitbreiden en de bodem bedekken. Ze nemen zo licht en ruimte weg voor ongewenste planten. Uiteraard kan een zonneborder alleen maar aangelegd worden waar er voldoende zonlicht komt. Welke planten je het best kiest hangt af van het bodemtype en de hoogte die je wilt.
Lage bloeiende planten uit grasland (60-100 cm) vb margriet (Leucanthemum vulgare), grote pimpernel (Sanguisorba officinalis), bergamot (Monarda didyma)
Hoge planten uit ruigte (100-200 cm) vb keizerskaars (Verbascum phlomoides) op zandgrond of zwarte toorts (Verbascum nigrum) op zandleem en leemgrond.
Je zorgt het best voor een geschikte plantdichtheid vanaf de aanplant. Zo bedekken je planten al na één seizoen het hele plantvak en moet er dus maar één seizoen intensief gewied worden. Na twee à drie jaar is de border volledig dichtgegroeid en heb je nog minder werk met ongeveer 3 keer wieden per seizoen.
Kijk op onze bestrijdingswijzer hoe je deze ongewenste planten in je border aanpakt zonder pesticiden.
Schaduwborder
Een schaduwborder ligt in de schaduw en is geïnspireerd op een bosrand en straalt de sfeer uit van open plek in het bos. De plantkeuze is afhankelijk van de bodem maar alle planten moeten goed kunnen gedijen in de schaduw. Plantkeuze is afhankelijk van het bodemtype:
- Op lichte grond (zand): gewone eikvaren (Polypodium vulgare), mannetjesvaren (Dryopteris filix-mas), judaspenning (Lunnaria annua), hondsdraf (Glechoma hederacea)
- Op matige gronden (zandleem en leem): mannetjesvaren (Dryopteris filix-mas), salomonszegel (Polygonatum multiflorum), judaspenning (Lunnaria annua), bosaardbei (Fragaria vesca), hondsdraf (Glechoma hederacea), maarts viooltje (Viola odorata), ruig klokje (Campanula trachelium), kleine maagdenpalm (Vinca minor)
- Op zware gronden (klei): hondsdraf (Glechoma hederacea), ruig klokje (Campanula trachelium), salomonszegel (Polygonatum multiflorum)
Je zorgt het best voor een hoge plantdichtheid vanaf de aanplant. Zo bedekken je planten al na enkele seizoenen het hele plantvak en moet er dus maar enkele seizoenen intensief gewied worden. Na drie jaar is je border dichtgegroeid. Dan beperkt het wieden zich tot een keer per seizoen. Een schaduwborder vraagt weinig beheer.
Gazon
Een groot gazon vraagt veel werk. Reken op een 20 tot 25 maaibeurten per jaar. Dat is heel wat werk en veel maaisel dat je kan vermijden door de oppervlakte van het gazon wat kleiner te maken. Wil je bovendien een gazon waarin alleen maar gras te vinden is dan kruipt er veel tijd en werk in bemesting, beregening, uitsteken van onkruiden, enz.
Een mooi gazon hoeft niet alleen maar gras te zijn. Er vestigen zich vanzelf planten die goed tegen maaien en betreden bestand zijn zoals kruipende boterbloem en witte klaver. Zo’n gemengd gazon is net zo bruikbaar en mooi als een gazon van uitsluitend grassen en vraagt minder intensieve bemesting. Bovendien bloeien klavers en boterbloemen lang waardoor ze wat kleur brengen in het gazon.
Kijk op onze bestrijdingswijzer hoe je deze ongewenste planten in het gazon aanpakt.
Struiken
Wie houdt er niet van een mooi gesnoeide buxus? Jammer genoeg worden deze mooie struiken geplaagd door een aantal veel voorkomende ziektes en insecten die de hele buxusbeplanting kunnen vernietigen. Denk daarbij aan de buxusmot of aan de buxusziekte. Als je buxus plant, zorg dan voor een goede opvolging van je planten zodat je tijdig kan ingrijpen door besmette takken weg te snoeien.
Een struikengordel met volledige uitgroei van struiken zorgt voor diversiteit, waaronder ook heel wat beestjes die de ongewenste gasten zoals bladluizen en rupsen in je tuin onder controle houden. De plantafstand tussen de struiken is groot genoeg zodat de struik volledig kan uitgroeien (bijv. 4 m breed voor boerenjasmijn, Philadelphus coronarius)
Zodra de struiken dichtgroeien, is er geen werk meer aan buiten een snoeibeurt af en toe. De bodem is bedekt door de schaduw van de struiken en later ook de strooisellaag die zal ontstaan.
Wadi
Een wadi is een ondiepe greppel die regenwater opvangt. Het water kan dan langzaam in de bodem dringen zonder de hele tuin of het terras blank te zetten. Een wadi in de tuin is meestal niet dieper dan 30 cm.
Zorg dat het water dat elders in de tuin of op het huis valt, kan aflopen naar de wadi. Dat kan door een helling, een gootje of andere afvoer. Een wadi ligt bij voorkeur in de zon want dan kan er gras in groeien en verdampt er meer water.
Op zandgrond volstaat een gegraven greppel. Op zware grond breng je een grindlaag aan als filter onder het gras. Anders blijft het water heel lang staan.
Let op bij je plantenkeuze: je hebt oeverplanten nodig, die zijn geschikt voor een wisselnatte bodem. Ze moeten tegen natte en droge voeten kunnen. Voorbeelden zijn: Slangenwortel (Calla palustris) en Moeraswederik (Lysimachia thyrsiflora)