Dalende waterpeilen en grondwaterstanden door aanhoudende droogte

Met minder dan de helft van de normale neerslaghoeveelheid was ook april een zeer droge maand. De debieten en waterpeilen van de meeste waterlopen blijven dalen. De freatische grondwaterstanden vertonen een gemengd beeld met regionale verschillen.

7 mei 2025

Beheer waterlopen
Droogte
Grondwater
Overstromingen

Deel online

facebookLinkedInTwitter

Droog voorjaar houdt verder aan

In april registreerde het KMI slechts 20 mm neerslag in Ukkel terwijl de normale waarde 46,7 mm bedraagt. Dat beeld ziet de VMM ook in haar netwerk van pluviometers verspreid over Vlaanderen. Die variëren van 4,7 mm in het meetstation in Liedekerke (Vlaams-Brabant) tot 46,6 mm in Neeroeteren (Limburg).

Gezien de aanhoudende droogte nemen waterbeheerders al een tijdje preventieve maatregelen. Om een verdere daling van de waterpeilen en grondwaterstanden te beperken, geldt nu ook het advies voor landbouwers en waterbeheerders om water zoveel mogelijk vast te houden. Dit kan door:

  • kleine stuwen op te trekken om het waterpeil in waterlopen of perceelsgrachten op niveau te houden;
  • drainage te stoppen, te beperken of de peilsturing goed te beheren zodat het beschikbare water niet verloren gaat.

Meer over de actuele droogtesituatie (5/05/25)

Waterloopdebieten dalen verder

Door de weinige neerslag blijven de 14-daags gemiddelde debieten op de onbevaarbare waterlopen in Vlaanderen dalen. Voor de tijd van het jaar is de daling is het meest uitgesproken in de westelijke en noordelijke helft van Vlaanderen, op enkele uitzonderingen na.

41% van de meetplaatsen vertonen nog normale waarden voor de tijd van het jaar. Maar op 49% van de meetstations meet de VMM nu lage tot zeer lage 14-daags gemiddelde debieten gemeten. Vorige maand was dat nog 32%.

Opvallend is dat momenteel op 10% van de meetplaatsen toch nog hoge tot zeer hoge debieten voor de tijd van het jaar worden vastgesteld. Het gaat hier om een aantal stations in het zuidelijke Dijle- en Demerbekken. Dit is het gevolg van een hogere basisafvoer (een groter aandeel vanuit grondwater in de afvoer) die kenmerkend is voor deze regio.

Grondwaterstanden met regionale verschillen

Net zoals vorige maand zijn de freatische grondwaterstanden in Vlaanderen overwegend laag tot zeer laag. Voor deze tijd van het jaar zien we:

  • 51% meetlocaties met lage tot zeer lage peilen
  • 23% meetlocaties met normale peilen
  • 26% meetlocaties met hoge tot zeer hoge peilen

Deze meetresultaten zijn een inschatting. Op basis van de huidige modelberekening met de nieuwe peilmetingen die sinds afgelopen maand zijn uitgevoerd, blijkt dat het model afgelopen maand de situatie "slechter" heeft ingeschat dan uiteindelijk het geval was. Dat blijkt als je de situatie eind maart - begin april op de actuele grafiek van de relatieve toestand vergelijkt met deze van vorige maand (ref. datum 6/04/2025).

Regionaal gezien vertonen de grondwaterstanden een gemengd beeld. In het westen en noorden van Vlaanderen zijn ze laag tot zeer laag voor de tijd van het jaar. In het oosten van Vlaanderen variëren ze van laag tot hoog en is het beeld eerder gemengd.

Huidige grondwaterstandsveranderingen en relatieve situering van de huidige freatische grondwaterstand.

Blijf je graag op de hoogte?

We maken maandelijks voor jou een selectie van de belangrijkste nieuwsberichten op maat van de milieuprofessional.

Schrijf je in op de nieuwsbrief